Ontvoerde Duitse in Irak op vrije voeten
BERLIJN - De Duitse archeologe Susanne Osthoff, die vorige maand met haar chauffeur in Irak was ontvoerd, is vrijgelaten. De Duitse minister van Buitenlandse Zaken, Frank-Walter, Steinmeier heeft dit zondag bekendgemaakt. Osthoff bevindt zich in de Duitse ambassade in Bagdad en is er lichamelijk ogenschijnlijk goed aan toe, zei Steinmeier.
Volgens hem gaat het met zijn zus naar omstandigheden goed. Zij is in de Duitse ambassade in de Iraakse hoofdstad Bagdad opgevangen. Osthoff was de eerste Duitse die na de val van dictator Saddam Hussein in Irak werd gekidnapt.De 43-jarige was op 25 november in Noord-Irak verdwenen. Haar ontvoerders eisten in een videoboodschap de beëindiging van de Duits-Iraakse samenwerking.
Verscheidene Duitse media vermoedden dat de ontvoering geen politieke of ideologisch-religieuze, maar een criminele achtergrond had. De tot de islam bekeerde archeologe woonde al tien jaar in Irak.
De familie van Osthoff had de ontvoerders herhaaldelijk openlijk opgeroepen haar vrij te laten. Ook ex-kanselier Schröder pleitte voor Osthoff. Moslimorganisaties in Duitsland zetten zich eveneens in voor de vrijlating van de archeologe.
Bomaanslagen en schietpartijen in verscheidene wijken van Bagdad en de steden Kirkuk, Amiriyah, Tuz en Baladruz hebben zaterdagnacht en zondag aan ten minste twintig mensen het leven gekost. Er vielen tientallen gewonden. Het geweld maakte een einde aan de relatieve rust die heerste sinds de parlementsverkiezingen van donderdag.
In het noordelijke Kirkuk vonden twee familieleden van een politicus van de Patriottische Unie van Koerdistan (PUK) zaterdag de dood toen zij op weg naar hun huis werden beschoten. De PUK wordt geleid door de Iraakse president Jalal Talabani.
In de stad Amiriyah, ongeveer 40 kilometer ten westen van Bagdad, ontplofte voortijdig de explosievengordel van iemand die kennelijk een zelfmoordaanslag wilde plegen; de man vond de dood. In Tuz, ongeveer 115 kilometer ten zuiden van Kirkuk, kwam een politieman bij een explosie om het leven; twee anderen raakten gewond.
In Baladruz, 68 kilometer ten noordoosten van Bagdad, drongen gewapende mannen een kapperszaak binnen, schoten twee politiemannen en een burger dood, en verwondden de kapper. In Bagdad kwamen drie politiemannen om het leven en raakten er twee gewond door een explosie van een langs een weg geplaatste bom. Ook vond een politieman de dood bij een vuurgevecht.
Zondag kwamen in West-Bagdad een politieman en een medewerker van het ministerie van Binnenlandse Zaken bij afzonderlijke aanslagen om het leven. Vier agenten raakten gewond toen hun auto werd beschoten. Een theeshophouder in dezelfde buurt werd doodgeschoten. In Zuid-Bagdad vonden verschillende aanslagen en schietpartijen plaats, onder meer in Sadr City. Daarbij kwamen zeker vier mensen om het leven.
In Oost-Bagdad kwamen bij een zelfmoordaanslag met een minibus een politieagent en de dader om het leven; in de sjiitische wijk Kazimiyah doodde een bomexplosie ten minste één vrouw en verwondde elf anderen. In hetzelfde stadsdeel vond de politie ook de lichamen van drie onbekenden.
Het geweld vond plaats nadat de strenge veiligheidsmaatregelen van de verkiezingen waren versoepeld. Het was zondag de eerste normale werkdag sinds de stembusgang.