Kerk & religie

Vrouwen bidden vaker dan mannen

HEERENVEEN - Bidden vrouwen anders dan mannen? Ja, zegt dr. Barbara Roukema-Koning. „In het alledaagse leven vervullen vrouwen vaak rollen gericht op het welzijn van de ander en zijn zij meer communicatief ingesteld dan mannen. Ook met God communiceren zij uitgebreider en vaker. Dit blijkt vooral uit hun gebedsmomenten tijdens hun bezigheden van alledag.”

K. van der Zwaag
12 December 2005 11:03Gewijzigd op 14 November 2020 03:16
HEERENVEEN – Dr. Barbara Roukema groeide op in een traditioneel gereformeerd gezin met een vast gebedspatroon, drie maal daags aan tafel. „Ik heb daarvan in deze jachtige tijd de waarde gezien. Maar anderzijds holt elke vaste gewoonte uit als ze niet ge
HEERENVEEN – Dr. Barbara Roukema groeide op in een traditioneel gereformeerd gezin met een vast gebedspatroon, drie maal daags aan tafel. „Ik heb daarvan in deze jachtige tijd de waarde gezien. Maar anderzijds holt elke vaste gewoonte uit als ze niet ge

De godsdienstpsycholoog uit Heerenveen promoveerde vandaag aan de Radboud Universiteit in Nijmegen op een studie over bidden bij mannen en vrouwen.Het klinkt wat vreemd, een godsdienstpsychologische studie naar het gebed. Kan dat wel: een persoonlijke relatie met God interpreteren in psychologische definities?

„Ik geef toe dat het een specifieke invalshoek is”, zegt Roukema. „Je kunt het vergelijken met een schilderij waarvan ik één detail uitwerk met behulp van een vergrootglas. Theologen richten zich vooral op de bronnen van het geloof; godsdienstpsychologen op hoe het geloof uitwerkt in het leven van de individuele mens. Stagnaties in het bidden blijken nauw gerelateerd te kunnen zijn aan psychische problemen van verschillende aard. Mijn onderzoek kan helpen om die barrières te begrijpen en wellicht te overwinnen.”

De hele dag
Dr. Roukema (1959) is docente godsdienstpsychologie en persoonsvorming aan de Theologische Universiteit Kampen (ThUK). Er zijn in heel Nederland vijftien godsdienstpsychologen werkzaam. „Op internationale congressen blijkt dat deze discipline in Nederland meer leeft dan elders in Europa. In de academische theologische wereld is het vooral de praktische theologie die ons vak waardeert.”

In haar studie ”Als mannen en vrouwen bidden. Een empirisch-psychologische studie” (uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer) presenteert ze haar onderzoek. Dit verrichtte ze door middel van een steekproef onder leden van de toenmalige Gereformeerde Kerken in Nederland (synodaal). Bijna 500 volwassenen reageerden op een vragenlijst die hun in 1994 was toegestuurd.

Vrouwen zijn communicatiever ingesteld dan mannen, concludeert de promovenda. „Veel functies die vrouwen bekleden, hebben met zorg en onderwijs te maken - intensieve betrokkenheid op medemensen. Ook hun betrokkenheid in de relatie met God is intenser. Een man is veel onafhankelijker en autonomer, gericht op het doen. Hij bidt op bepaalde momenten van de dag en neemt daarna zijn verantwoordelijkheden. Hij scheidt de dingen meer, zijn verstand en emotie. Vrouwen bidden doorgaans de hele dag door en verweven het met hun dagelijkse werkzaamheden.

Overigens moeten we de verschillen ook niet overtrekken. Het blijven accentverschillen.”

Vanuit haar vak ziet de promovenda het bidden ruimer dan alleen als een persoonlijke relatie met God. De psychologe omschrijft bidden als „al de manieren van doen, waarmee personen betrokken zijn op een werkelijkheid die zij als heilig of uiteindelijk beschouwen.”

Het woord ”God” gebruikt ze als een verkorte schrijfwijze voor die heilige of uiteindelijke werkelijkheid waarop bidders betrokken zijn.

Is dat niet te mager, te vaag?
„Dat heeft te maken met de psychologische invalshoek. Persoonlijk zie ik bidden als praten met God, je verootmoedigen voor God, het tot je nemen van Zijn Woord. Je kunt het ook algemener formuleren: vanuit je hart betrokken zijn op God en Zijn rijk.

Als psycholoog richt ik mij op de menselijke kant van het gebed, de ervaringskant. Hoe leven mensen met het Woord? Dan staan de psychologische processen centraal. Ik heb in mijn studie welbewust geen bovenpersoonlijke norm willen definiëren.”

Dr. Roukema groeide in een traditioneel gereformeerd gezin op met een vast gebedspatroon, drie maal daags aan tafel. „Ik heb daarvan in deze jachtige tijd de waarde gezien. Maar anderzijds holt elke vaste gewoonte uit als ze niet gedragen wordt door een innerlijke overtuiging. Ik ben een periode in een klooster geweest en heb daar de kracht van het getijdengebed ontdekt. De regelmaat van het gebed kan je terugbrengen tot jezelf en de kern van het leven. Het opent de ogen voor de waarde van een leven van eenvoud en toewijding.”

De promovenda stelt dat het lidmaatschap van een kerkgenootschap (zij is belijdend lid van de PKN) van invloed is op het bidden. De ondervraagden zeggen niet (meer) voor het eigen zielenheil te bidden, maar voor een betere wereld of voor leniging van de noden van de naaste. Interessant is de stelling van Roukema dat in kerken met een vrijzinnige inslag of bij mensen buiten de kerk, het verschil tussen man en vrouw zich sterker laten gelden in de gebedspraktijk. Sowieso verandert het gebed naarmate het geloof in een persoonlijk God niet meer doorslaggevend is.

Is dat niet logisch: hoe vrijzinniger, hoe vager het gebed?
„Dat hoeft niet, want ook onder vrijzinnigen zitten heel devote mensen. Mijn waarneming is wel dat waar God als een Persoon wordt gezien -en dat geldt voor de meeste ondervraagden in mijn onderzoek- God toegankelijker is. Maar ik kom soms ongelovige mensen tegen die ook zeggen dat zij bidden. Zelfs als zij God niet als een Persoon zien, willen zij in hun gebed antwoord geven op de roep van God. Daaronder verstaan zij het leven naar hun idealen. Zij verbinden dat met een verlangen naar een wereld zoals die door God is bedoeld.”

Dr. Roukema voert in Heerenveen een praktijk voor pastorale psychotherapie en geestelijke begeleiding, in het bijzonder gericht op predikanten, pastores en kerkelijk werkers. Zij maakt aan den lijve de geloofscrisis mee waarin tal van kerkleden verkeren. „Veel protestanten zijn hun zekerheden kwijtgeraakt. Vroeger was de Bijbel voor hen het Woord van God en bestond er eenduidigheid hierover. Nu is het vooral een collectie van verhalen. Ook het gebed is daardoor bij velen veranderd.”

Missen veel kerkleden tegenwoordig ook niet de vrijmoedigheid om te bidden? Vooral om publiekelijk en hardop de woorden te vinden?
Ja, je ziet dat evangelischen vrijmoediger in het bidden zijn dan de meer oecumenisch en liberaal gerichte protestanten. Evangelischen zijn heel warm en betrokken in hun gebed, maar er is ook een bepaalde mate van onvrijheid: er moet altijd maar weer gebeden worden.

Evangelischen hebben ook een negatiever mensbeeld dan doorsnee protestanten. Bij veel protestanten heerst het gevoel dat je er zelf mag zijn en dat God die ruimte geeft. Voor mij heeft gebed ook iets van een nieuw inzicht, een geraakt zijn door de ander of respect voor de schepping. Wat mij opgevallen is, is dat alle ondervraagden langs verschillende wegen gebedsverhoring hebben ondervonden.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer