Tijdmarkt
Veel mensen menen dat er nog wel een tijd voor hen zal komen met een markt waar ze de koopwaar van bekering voor een mindere prijs kunnen krijgen. Het was nu nog te vroeg. Zo beelden velen zich in dat het voor zielenwerk nog geen tijd is. Zij willen met Felix tot gelegener tijd wachten. Zo menen de jongelingen en jonge dochters dat ze betere tijden hebben als ze op oudere leeftijd zijn. Augustinus bad: Dood mijn zonden en mijn lusten, Heere, maar nu nog niet!
De mens in zijn middendagen en in het gewoel van zijn leven beeldt zich in dat de ouderdom een betere tijd zal zijn. Die gedachte loopt dikwijls zo lang, totdat de tijd van zijn leven voorbij is.Dat is een boze trek van de duivel. Hij geeft de mens, als hij hem niet zover kan brengen dat hij de dingen die tot zijn zaligheid van node zijn, laat varen, andere dingen te doen. Dat doet hij omdat de dingen die dikwijls uitgesteld worden meestal leiden tot afstel.
O, hoorders, weet wel dat de eerste tijd de beste is. Bedenk toch uw wegen. Hoe meer wij opschuiven, des te zwaarder wordt het werk en des te meerder de hindernissen. Voor één zwarigheid vandaag, zijn er morgen twee of drie. U weet de tijd niet of u morgen nog leeft. Er zijn er zonder twijfel velen in de hel die het anders zouden willen doen. Maar nu is het te laat.
Johannes Penon, predikant te Emden (”Gods tuchtschool”, 1665)