„CGB wil een heldere plaats in de PKN”
NIJKERK - Het Confessioneel Gereformeerd Beraad (CGB) wil een duidelijke plaats innemen in de Protestantse Kerk in Nederland.
Dat zei CGB-voorzitter ds. D. Westerneng, gereformeerd predikant in Vorden, zaterdag in zijn openingswoord op de appeldag van het CGB in Nijkerk. „Het CGB wil uitgerust en toegerust zijn.” Hij wees in dit verband op dat wat de lijdende Christus in de hof van Gethsémané sprak tot Zijn discipelen: „Slaapt nu voort, en rust”. „Dat is geen luiheid, maar uitgerust zijn met de wapenrusting Gods. Met Paulus: Tot alle goed werk toegerust. Hierin klinkt het hart van het Evangelie. Wij zijn niet bij machte ook maar één uur met Hem te waken. Hij heeft voor ons genade bewerkt in Zijn Zoon, Jezus Christus, opdat wij zouden leven, terwijl we sliepen”, aldus ds. Westerneng.Het CGB wil volgens de predikant binnen de Protestantse Kerk een heldere positie innemen. Een sterk CGB, dat samenwerkt met andere modaliteiten binnen de kerk leidt volgens hem tot een sterker belijden. Als CGB-voorzitter riep hij de synode van de kerk op piketpaaltjes te slaan. „Weer alles wat haar belijden weerspreekt”, zo zei hij, daarbij wijzend op de geschriften van ds. N. ter Linden. „Wij maken ons zorgen wanneer in de prediking stenen voor brood wordt gegeven en wanneer de boodschap van genade verwordt tot een slap humanistisch aftreksel.”
Ook EO-presentator Andries Knevel sprak zaterdag op de appeldag. „We moeten niet meer vanuit ons christelijk bolwerk schieten op de vijand, maar deelnemen aan de samenleving waarin we heilig willen leven. Van een christelijke meerderheid zijn we een minderheid geworden. Als christenen moeten we een veranderingsslag van denken maken: een paradigmashift.”
De centrale vraag die Knevel stelde, was: Hoe moeten we ons als christenen opstellen in deze samenleving? Voordat hij daar antwoord op gaf, citeerde hij een aantal punten uit een recent rapport van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP), waarin wordt verwoord hoe onze cultuur er nu uitziet en hoe mensen die beleven. Zo zegt het rapport dat we leven in een ontgoddelijkte, geseculariseerde en ontzielde cultuur. Mensen kicken op beleving, ook als het om geloof gaat. „We zijn weer erg religieus aan het worden”, aldus Knevel, verwijzend naar discussies over de islam, de hoofddoekjes en de keppeltjes. Een discussie die er volgens hem nooit eerder is geweest.
Het SCP-rapport zegt ook dat wij mensen buitengewoon tevreden zijn over ons leven. Knevel stelde daar de nodige zorgen tegenover: zorgen over pensioen, levensloopregeling, zorgstelsel, terrorisme en islam. Zijn grootste zorg is de stressmaatschappij waarin we leven. De organisaties en instituties waarvoor we ons de afgelopen honderd jaar sterk hebben gemaakt, wil Knevel niet afschaffen. Maar of ze nog het antwoord vormen op de ontgoddelijkte samenleving, waagde hij te betwijfelen. Knevel liet de CGB-leden een aantal veranderingen zien in de samenleving: van bolwerk naar incarnatie, van pretentie naar presentie, van een integrale benadering naar persoonlijke keuzes, van instituut naar personen, van profetie naar diaconie en van defensief naar offensief.
Jongeren hebben volgens Knevel vandaag de dag niet zoveel meer met belevingsvragen van vroeger. „Het getuigenis van het christelijk geloof zal de komende tien jaar in onze samenleving zijn: kijk eens wat ze doen. Dat geeft hoop op de toekomst”, aldus Knevel. Vanuit de passie om op heilige wijze midden in het leven te willen staan, noemde hij een aantal dingen die christelijke organisaties doen. „Zie hoe mensen met de voedselbank bezig zijn, hoe dak- en thuislozen, verslaafden en prostituees worden opgevangen en wat gevangenenzorg doet. Alles vanuit de bezieling van het Evangelie. Alleen moeten we beseffen dat we geen postbode meer zijn die de boodschap dropt. We zijn boodschappers die we als postbode brengen.”
Sprekend vanuit Handelingen 2:41-47 wees ds. C. G. Kant, gereformeerd predikant te Ouddorp en Stellendam, op vier pijlers die van fundamenteel belang zijn voor de kerk: volharden in het onderwijs van de apostelen, de gemeenschap, het breken van het brood en de gebeden. Gemeenschap is volgens ds. Kant in onze gereformeerde traditie wel eens een ondergeschoven kindje, hoewel we als kerkelijke gemeenschap een hechte, intensieve en liefdevolle gemeenschap moeten zijn. „Wanneer u een van de vier pijlers in uw gemeente mist, probeer het net dan eens aan de andere kant van het schip uit te gooien. Ga zelf iets doen op het gebied van onderlinge gemeenschap. Ga iets moois met jongeren doen, start een gesprekskring of begin een nieuwe activiteit voor ouderen”, aldus ds. Kant.