Synode leidt tot meer vertrouwen in paus
VATICAANSTAD - In de vijftig voorstellen die de bisschoppen vorige week hebben gedaan aan het slot van de rooms-katholieke synode staat niets nieuws. Toch zijn de synodedeelnemers tevreden uit Rome vertrokken.
Geen communie aan kerkleden die gescheiden en hertrouwd zijn, geen priesterschap voor oudere, gehuwde mannen (”viri probati”), geen teruggrijpen naar de oude liturgie, ongewijzigde regels ten aanzien van de intercommunie. De internationale bisschoppenconferentie van de Rooms-Katholieke Kerk, die zondag werd afgesloten, bracht geen enkele vernieuwing op dogmatisch of pastoraal gebied.Die uitkomst was niet verrassend. Al op de eerste sessie, drie weken geleden, bleek een doorbraak op een aantal van deze thema’s een brug te ver. „De bisschoppen hebben drie weken met elkaar gesproken over theologische ervaringen en visies, om te eindigen met het herhalen van ideeën die al in de catechismus staan”, schreef de kerkhistoricus Alberto Melloni zondag in de Italiaanse krant Corriere della Sera.
Ook over de intercommunie staat in de slottekst, die bestaat uit de ”Boodschap aan het volk van God” en vijftig zogeheten ’voorstellen’, niets nieuws: „De normen van de kerk bepalen het gedrag wat betreft het gezamenlijk ontvangen van de communie met broeders en zusters die nog niet in volledige kerkgemeenschap met ons zijn. Een gezonde discipline vermijdt verwarring en onvoorbereide gebaren die alleen maar meer schade aanrichten aan werkelijke communie.”
Toch wordt de synode, de eerste sinds 2001, door de deelnemers als een succes ervaren. De kerkvergadering had als thema de eucharistie (avondmaal). Van de vijftig aanbevelingen aan de paus, die moeten leiden tot een exhortatie (aansporing), wordt met name de centraliteit van de eucharistie aan de orde gesteld. Zo willen de synodevaders, zoals de deelnemers worden genoemd, de eucharistische verering bevorderen. De tabernakel moet een respectvolle plaats krijgen op het altaar en goed zichtbaar zijn. Ondanks het aanzetten tot een revival van de eucharistie weigerde de kerkvergadering de liturgie van voor het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) in ere te herstellen, zoals de wens was van sommige deelnemers.
Het centraal zetten van de eucharistie, de kern van het geloof, is een fundament van het pontificaat van Benedictus XVI. Volgens de paus heeft de kerk alleen bestaansrecht dankzij de eucharistie: „Pas als rooms-katholieken beseffen en kunnen uitdrukken wat geloven inhoudt en de eucharistie weer de plaats krijgt die zij verdient, kan gedacht worden aan het oplossen van problemen binnen en buiten de kerk.”
Kennelijk was een dergelijke opfrissynode nodig. Sommige bisschoppen waren zelf zeer tevreden dat ze met elkaar de eucharistie hetzelfde definiëren. Op de afsluitende persconferentie haalde de Franse aartsbisschop Roland Minnerath, de secretaris van de synode, woorden van de paus aan die hij eerder dit jaar sprak over de aard van de eucharistie. „De eucharistie is zowel heilig maal als kruisoffer.” Deze woorden kunnen echter nauwelijks als eyeopener worden beschouwd, want al in de instructie van de Vaticaanse Ritencongregatie uit 1967, het ”Eucharisticum mysterium”, wordt de eucharistie zo omschreven.
In die zin was deze synode een echt binnenkerkelijke vergadering. Dat er geen doctrinale veranderingen zijn voorgesteld, mag geen verrassing heten. Dat is meer een taak voor een concilie. Maar er zijn ook geen aanbevelingen gedaan op pastoraal gebied, terwijl het probleem van gescheiden rooms-katholieken die hertrouwd zijn en daardoor van de communie zijn uitgesloten, wordt gezien als een groot probleem.
Het enige wat zijn uitwerking kan hebben op de samenleving is het appel op rooms-katholieken om een actieve rol te spelen in de maatschappij, en niet tegen de leer van de kerk te handelen. Dit kan gevolgen hebben voor rooms-katholieke politici wat ethische vraagstukken betreft. Het zou kunnen dat politici die niet in lijn staan met de kerkelijke leer de communie wordt geweigerd, zoals is gebeurd in de aanloop naar de laatste Amerikaanse presidentsverkiezingen.
De manier waarop de synode functioneerde, stemde de bisschoppen tot tevredenheid. Onder hen leeft, met name sinds het pontificaat van Johannes Paulus II, de frustratie dat bisschoppen geen stem hebben in de besluitvorming van Rome en niet werkelijk gehoord worden door de paus. Benedictus XVI introduceerde een uur van discussie na elke sessie, een absolute noviteit op de synode. Voorheen staken de deelnemers hun betoog af zonder dat er gediscussieerd werd.
„De paus was zeer betrokken. Hij volgde elke ochtendsessie en tijdens de middagpauze ontving hij groepjes bisschoppen om te discussiëren. Het heeft rust en vertrouwen gegeven aan de bisschoppen.” Zo analyseert Sandro Magister, de goed geïnformeerde Vaticaan-journalist van de Italiaanse krant l’Espresso. Dat de voorlopige conclusie van de synode direct is gepubliceerd, is ook een vernieuwing in bijna veertig jaar synodegeschiedenis.