CGB wil samenwerken met GZB, IZB en HGJB
NIJKERK - Het Confessioneel Gereformeerd Beraad (CGB) heeft plannen om binnen de Protestantse Kerk in Nederland te gaan samenwerken met een aantal hervormde organisaties.
Dat werd zaterdag bekend tijdens een bijeenkomst van het Beraad van Confessioneel Gereformeerde Kerken in de Goede Herderkerk in Nijkerk. Ds. D. Westerneng, voorzitter van het CGB, deelde mee dat er plannen zijn voor samenwerking met de Gereformeerde Zendingsbond (GZB). de Inwendige Zendingsbond (IZB) en de Hervormd Gereformeerde Jeugdbond (HGJB). Zijn voorstel vond bijval van dertig vertegenwoordigers van plaatselijke kerken die aanwezig waren.Volgend voorjaar zal er een presentatie plaatsvinden van de drie bonden, waarna de kerkenraden zelf kunnen beslissen over de samenwerking. Die werkt naar twee kanten. Enerzijds zullen confessioneel gereformeerde kerken kunnen collecteren voor de bedoelde organisaties, zodat ze een bestemming hebben voor een doelcollecte. Anderzijds zijn de organisaties bereid om materiaal en adviezen te leveren.
Kerkrechtdeskundige dr. L. C. van Drimmelen, docent kerkorde aan de Vrije Universiteit (VU), wilde zelfs een stap verder gaan. Hij pleitte ervoor om „aansluiting te zoeken bij de Gereformeerde Bond. Wij voelen ons wel eens eenzaam, maar daar ervaar je de geestverwantschap. Bij hun predikanten staan de boeken van Bavinck in de kast, Bavinck is van ons.” Ds. Westerneng vond dat een brug te ver. „We richten ons naar alle kanten. We hebben goede samensprekingen met zowel de Gereformeerde Bond (GB) als de Confessionele Vereniging (CV).” Hij benadrukte het belang van het „binnen de kerkorde zo veel mogelijk optrekken met geestverwanten zonder je van het geheel te isoleren.” Een mogelijkheid zag hij in het vormen van ringverbanden van gelijkgezinden kerken binnen de classes, waar men bijvoorbeeld het consulentschap kan regelen.
Ds. Westerneng sprak van een goede sfeer op de synode. „De mensen gaan op een eerlijke en open manier met elkaar om en zaken worden open en eerlijk gezegd.” Hij vindt de Protestantse Kerk in het praktische werk een meer belijdende kerk dan eertijds de Gereformeerde Kerken, waaruit het CGB voortkomt, waren. Als voorbeeld noemde hij de bespreking van het appel ”Christus, onze Hoop”, opgesteld door de GB, de CV, het CGB en het Evangelisch Werkverband (EW), waarvoor de synode ruimschoots de tijd nam. Hem was opgevallen dat gereformeerde collega’s het in de bespreking lieten afweten, terwijl hervormde predikanten behartenswaardige woorden zeiden.
Het CGB moest wel wennen in de nieuwe kerk, omdat het soms moeilijk was om andere visies in hun waarde te laten. „De Protestantse Kerk is immers een pluriforme kerk.” Het was ds. Westerneng desondanks opgevallen dat men in de PKN bewust wil spreken over de ene Naam van Jezus Christus en dat op de synode de Bijbel ook bij beleidsnotities regelmatig opengaat.
De CGB-voorzitter had zorgen over de predikantstraktementen, omdat er voor nogal wat gereformeerde kerken een verhoging van duizenden euro’s aan kosten aankomt. Hij noemde vier gemeenten die vroeger een fulltime predikant hadden, maar nu op een parttimer moesten overgaan. De predikant van Vorden gaf als mogelijke oplossingen een verschil in salariëring van senior- en juniorpredikanten en het vormen van een extra solidariteitsfonds voor een aantal gemeenten. Hier wreekt zich volgens ds. Westerneng een tekort aan visie op de gemeente.
Het CGB heeft nog niet de positie in de kerk die de GB en de CV wel hebben. Zo heeft het CGB minder gesprekken met het synodemoderamen gevoerd dan de andere twee modaliteitorganisaties. „Het is belangrijk om je te organiseren, om zichtbaar te zijn. Het synodemoderamen erkent dat het CGB is achtergesteld en dat er verandering in die situatie moet komen. Een concreet punt is het opnemen van CGB’ers in de dienstenorganisatie.”
Ds. Westerneng erkende dat dat nu met de gemelde tekorten wel eens moeilijk kan worden. Hij vond de financiële verslaglegging van het Protestants Dienstencentrum (PDC) „ondoorzichtig” en ervoer de onjuiste manier waarop over de tekorten is gesproken als „schadelijk” voor de kerk. Hij zei bezorgd te zijn over de ontwikkelingen bij de dienstencentra, die meer en meer los komen te staan van de ambtelijke organisatie. „De directe invloed op het beleid van de dienstenorganisatie laat te wensen over. Ambtelijk gezien ontstaat een machtsvacuüm, met het dichten waarvan we niet moeten wachten tot de herziening van de kerkorde in 2009.”
Het CGB kwam destijds op voor het gereformeerd belijden binnen de Gereformeerde Kerken in Nederland. Het beraad telt veertig lidkerken, waarvan vijf buiten de Protestantse Kerk. Dat betreft gereformeerde kerken die geen lid geworden zijn van de PKN. Een vergrijzend ledenbestand geeft veel zorgen, zo werd zaterdag bekend.