HHK Vianen krijgt alle goederen
UTRECHT - De hersteld hervormde gemeente Eben-Haëzer in Vianen krijgt alle goederen, waaronder het kerkgebouw, toegewezen. De kleine synode van de Protestantse Kerk heeft vrijdagavond een regeling van de commissie van bijzondere zorg (cbz) bekrachtigd.
De definitieve regeling die nu getroffen is voor de hersteld hervormde gemeente van Vianen is de eerste in haar soort.Bijna alle leden van de hervormde gemeente Eben-Haëzer zijn op 1 mei 2004, toen de Protestantse Kerk in Nederland werd gevormd, overgegaan naar de Hersteld Hervormde Kerk. „De commissie van bijzondere zorg heeft de afgelopen maanden in een constructief overleg met de kerkenraad van de hersteld hervormde gemeente tot overeenstemming kunnen komen over de overdracht van de bezittingen”, zo meldt de cbz in een persbericht.
De voorzitter van de cbz, ds. G. J. Wisgerhof, zei vrijdagavond desgevraagd dat een zeer ruime meerderheid van de 160 leden tellende gemeente te kennen gegeven heeft niet lid te willen zijn van de Protestantse Kerk in Nederland. „Bij de volledige overdracht speelt bovendien een rol dat de belangen van de centrale hervormde gemeente in Vianen niet geschaad worden, omdat de wijkgemeente van bijzondere aard al een afgezonderd bestaan leidde. Ook is er op hetzelfde grondgebied een protestantse gemeente in wording.”
Volgens ds. Wisgerhof ligt het in de lijn van de verwachting dat de cbz de komende maanden meer voorzieningen zal kunnen vaststellen. „Met een aantal gemeenten voeren we nu goede gesprekken over de mogelijkheid om kerkgebouwen of andere bezittingen toe te wijzen aan gemeenten die behoren tot de Hersteld Hervormde Kerk. Voorwaarde is altijd dat we het met de hersteld hervormde gemeente eens kunnen worden over een ontvlechting van de ledenbestanden. Een voorziening komt pas in zicht als duidelijk is welke leden bij welke kerk horen.”
De predikant benadrukt dat iedere voorziening „maatwerk” is. „Maar met deze beslissing laten we zien dat we ook onze derde taak, namelijk het zorg dragen voor het kerkelijk leven van hen die niet mee wilden gaan in de kerkvereniging, ernstig nemen.”