Oleg leeft tussen hoop en vrees
TUK - De ene dag zat Oleg Ivanov (18) in Steenwijk in de schoolbankjes, de andere dag kwam de vreemdelingenpolitie hem en zijn ouders halen. „Als uitgeprocedeerde asielzoeker heb je geen grip op je leven.”
Wel of geen verblijfsvergunning? Wel of niet het land uit? Wel of niet de vwo-opleiding afmaken? Voortdurend wordt Oleg Ivanov achtervolgd door het spook van de onzekerheid. „Als je geluk hebt, heb je geluk. Als je pech hebt, heb je pech”, lacht de 18-jarige Rus in de tuin achter een woning in Tuk, een buurtschap onder de rook van Steenwijk.Diverse leerkrachten en onderwijsorganisaties zijn zaterdag een handtekeningenactie gestart tegen het uitzetbeleid van het kabinet. De onderwijzers vinden dat kinderen van asielzoekers hun lesjaar moeten kunnen afmaken.
Eind 1999 kwam Oleg samen met zijn moeder Tamara Vladimirova en zijn stiefvader Cristovao Mateus naar Nederland. In Rusland was de donkere Mateus, van Congolese komaf, zijn leven niet zeker, vertelt Oleg. „Donkere mensen worden daar vrij heftig gediscrimineerd. Mijn stiefvader is in 1996 door skinheads in elkaar geslagen. Die mensen deinzen er niet voor terug iemand met een donkere huidskleur te vermoorden.”
De familie belandde in een asielzoekerscentrum in Steenwijk. Nadat Oleg in een jaar de Nederlandse taal onder de knie had, kon hij in februari 2001 aanhaken bij de brugklas op de Regionale Scholen Gemeenschap (RSG) Steenwijk. Hij ging het vwo volgen.
Gehuild
Na een slepende asielprocedure kregen Oleg en zijn ouders in 2002 nul op het rekest. De rechter oordeelde dat het gezin naar Rusland terug kon. In de achtertuin schudt Oleg vol onbegrip zijn hoofd. „De rechter zei dat Rusland niet echt gevaarlijk is. Als mijn vader last kreeg van discriminatie, moest hij maar verhuizen. Dat slaat natuurlijk nergens op. Als je in je eigen land moet vluchten, ben je niet vrij.”
De vwo-opleiding van Oleg stond in 2002 door de uitspraak van de rechter ineens op losse schroeven. „Ik was kapot. Ik heb veel gehuild. Maar dat heeft niet veel nut. Het lost geen problemen op. Toch is het bijna onmogelijk om niet bang te zijn. Op school deed ik niet meer zo mijn best. Ik dacht dat ik toch niet in Nederland kon blijven.”
Na het vonnis van de rechter in 2002 werd de familie uitgesloten van opvang. De drie kregen onderdak bij de familie L. Bergsma in Tuk, waar nog enkele uitgeprocedeerde asielzoekers domicilie hebben. Oleg bleef zijn vwo-opleiding volgen.
In de jaren daarna probeerde de familie naar Canada te verhuizen. Ook in dat land kregen Oleg en zijn ouders echter geen voet aan de grond. Twee procedures liepen spaak, onder meer omdat Olegs vader de laatste tien jaren onvoldoende werkervaring had, zo werd gezegd. „De vreemdelingenpolitie in Nederland was goed voor ons en heeft ons een aantal jaren de tijd gegeven om naar Canada proberen te komen”, zegt Oleg. In augustus dit jaar werd het de familie definitief duidelijk dat een verblijf in Canada er niet in zit.
Enkele weken geleden ging het er ineens om spannen. Volgens Oleg bleek er ruimte te bestaan om een nieuwe asielprocedure in Nederland te starten, een afspraak op 30 september met de advocaat was al geregeld.
Op 27 september stond de vreemdelingenpolitie echter op de stoep. Oleg en zijn ouders moesten meekomen. Via een politiecel in Zwolle belandden ze in het uitzetcentrum op Schiphol, waar ze een week werden vastgezet. Ze zouden naar Rusland worden gevlogen.
Door een protestactie, onder meer vanuit school en de politiek, ging dat uiteindelijk niet door. Sinds eind vorige week bivakkeert de familie weer in Tuk. „Ik ben daar erg blij en tevreden over”, glundert Oleg. „Ik kan me best voorstellen dat Nederland een streng asielbeleid voert, om te voorkomen dat het hier een zooitje wordt. Maar mensen die hier al zes jaar zijn en de taal spreken, moet je niet meer terugsturen.”
Nerveus
Oleg kan zijn vwo-opleiding in Steenwijk waarschijnlijk wel afmaken. Volgend voorjaar doet hij examen. Het is echter allerminst zeker of hij in Nederland blijft. Mogelijk moet de familie naar Angola vertrekken. Al te veel wil hij zich door die gedachten niet laten leiden. „Je moet blijven hopen. Ik heb verschillende extra vakken gevolgd. Ik kan wat beroep betreft eigenlijk alle kanten op. Ik zit te denken aan lucht- en ruimtevaarttechniek of technische natuurkunde. Ik maak me wel zorgen over mijn ouders, vooral over mijn moeder. Ze is de laatste week erg nerveus. Toen net de fotograaf kwam, barstte ze in huilen uit. Ze is bang dat de mensen van de vreemdelingenpolitie me komen halen.”