Bij BOSK, de vereniging van motorisch gehandicapten en hun ouders, is onrust ontstaan over de instelling van de toetsingscommissie. De vereniging vreest dat de instelling daarvan „onherroepelijk leidt tot meer gevallen van actieve levensbeëindiging.” SGP-fractievoorzitter Van der Vlies wil van de bewindslieden weten of zij die verontrusting kennen en of die terecht is. Verder vraagt hij aan Ross en Donner of zij net als BOSK vinden dat de discussie over levensbeëindiging niet mag worden gevoerd zonder de direct betrokkenen daarin te kennen. Van der Vlies vindt dat het kabinet met de oudervereniging van kinderen met een open rug, de BOSK, in overleg moet treden over de door hen aangedragen alternatieven voor euthanasie.De Werkgroep Ethiek, Recht, Verpleging en Verzorging (WERVV), waarin verschillende christelijke verplegings- en verzorgingsorganisaties samenwerken, maakt zich zorgen. In een brief aan staatssecretaris Ross gaat de werkgroep bij de bewindsvrouw aandacht vragen voor alternatieven voor euthanasie, zoals palliatieve zorg.

De instelling van een toetsingscommissie is ook onder artsen niet onomstreden. De Rotterdamse kinderneurochirurg drs. R. de Jong hekelt de beoogde samenstelling van de commissie. Hij liet dat gisteren weten op een conferentie in Veenendaal. De toetsingscommissie gaat naar verwachting bestaan uit een kinderarts, een jurist en een gynaecoloog. De Jong vermoedt dat zij vaak te maken zal krijgen met baby’s met een open ruggetje, maar dat de commissie onvoldoende kennis heeft van de behandeling daarvan. „Daarvoor moet je bij een neurochirurg zijn. Als je die niet raadpleegt, kun je tot slecht onderbouwde standpunten komen.”

De Jong schreef vorig jaar samen met andere medici een artikel in het vakblad Medisch Contact waarin hij afstand nam van het beleid om het leven van ernstig gehandicapte kinderen te beëindigen.