In arme landen meer doden bij ongevallen
Jaarlijks overlijden ongeveer 2,2 miljoen mensen door ongelukken op het werk of ziekten die met hun werk te maken hebben.
Relatief veel doden vallen er in China en in ontwikkelingsgebieden in Zuid- en Midden-Amerika. Dit is zondag gemeld in een nieuw rapport van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO), een onderdeel van de Verenigde Naties.
Het aantal van 2,2 miljoen is gebaseerd op gegevens uit 2001 en is ongeveer 10 procent hoger dan bij een vorige schatting, die gebaseerd was op gegevens uit 1998. De toename heeft voor een deel te maken met een groei van de wereldwijd werkende bevolking met ongeveer 104 miljoen mensen.
De industrialisering gaat in ontwikkelingslanden veelal gepaard met een stijging van het aantal dodelijke en niet-dodelijke ongelukken bij de bouw van nieuwe fabrieken en de ontwikkeling van nieuwe infrastructuur door werknemers die veelal slecht zijn opgeleid. De meeste doden, bijna 2 miljoen, vallen overigens niet door ongelukken maar door aan het werk gerelateerde ziekten zoals kanker, aandoeningen aan de luchtwegen en ontstekingen.
Gebieden in Latijns-Amerika en China zagen respectievelijk stijgingen van 33 procent en 22 procent. China, dat het grootste aantal werkenden ter wereld heeft, is verantwoordelijk voor een kwart van de toename. Het land richtte onlangs een ministerie op dat zich speciaal wijdt aan de veiligheid op het werk.
Vier van de vijf dodelijke slachtoffers zijn mannen. Ongelukken treffen oudere werknemers eerder dan jongere, maar er overlijden ook jaarlijks 22.000 kinderen op het werk.