Geen vrede met een lege preekstoel
Aan niet-behandelde polio hield Marinus Jansens een handicap voor het leven over. Hij koos voor een baantje waarbij hij kon zitten en werd kleermaker. Toch moest hij de preekstoel op. Woensdag is ds. M. A. Jansens uit Tholen veertig jaar predikant.
De 83-jarige predikant woont met zijn vrouw in het Zeeuwse Tholen. Hij werd in Scherpenisse geboren, zijn vrouw in Sint-Maartensdijk. In 1981 kwamen ze terug naar het eiland. Daarvoor stond ds. Jansens in de hervormde gemeenten van Stellendam, Mastenbroek en Wilnis.
Jansens krijgt polio als hij een halfjaar oud is. Een spitsvoetje is het gevolg. „Ik ben een hinkelend jongetje geworden. Kwam overal achteraan. Ik heb me waar moeten maken met mijn behendigheid.”
Op 21-jarige leeftijd ondergaat hij een operatie. Zijn linkervoet wordt rechtgezet, zijn rechtervoet ingekort. „Een wonder”, noemt ds. Jansens het.
Hij leert lopen, maar blijft gehandicapt. Een baan waarbij hij kan zitten ligt voor de hand. Jansens wordt kleermaker.
Tijdens zijn derde betrekking als kleermaker -bij zijn eerste baas raakt hij overspannen- voelt Jansens het verlangen om dominee te worden. „Eigenlijk was dat altijd al onbewust aanwezig. Ik ging niet graag uit met andere jongens. Eén keer ben ik naar een café gegaan. Ik dronk een flesje bier en voelde me ellendig.”
Hij bestelt een talencursus Frans, Duits en Engels. „Om te zien of ik studeren kon.”
Als Jansens’ vader stopt als ouderling, vraagt hij aan zijn zoon: „Als ik jouw naam indien, durf je dan nee te zeggen?” Zijn zoon heeft bedenkingen. „Ouderlingen waren minstens vijftig jaar oud. En ik was 29.”
Als Jansens wordt gekozen, zegt hij echter ja. Met in zijn achterhoofd zijn belijdenistekst: „Want ik heb mijn mond opengedaan tot den Heere, en ik zal niet kunnen teruggaan.”
In Poortvliet wordt hij door ds. W. Vroegindeweij -„mijn geestelijke vader”- bevestigd. Ds. Jansens: „En toen zat ik daar. Maar ik had geen vrede want de preekstoel was leeg. Het was alsof een stem zei: En jij dan? Wat doe jij met je talenten? Ik was er altijd mee bezig, ging op ziekenbezoek en leefde mee met gemeenteleden.”
Studeren ligt Jansens wel. „Ik pakte altijd de krant, had altijd een boek. Vooral de Bijbel.”
Op 31-jarige leeftijd besluit hij om in te stromen in de derde klas van het rooms-katholieke gymnasium in Bergen op Zoom. „Dat was vlakbij. In Goes was ook een lyceum, maar dan moest ik in de kost. In het dorp versleten ze me door deze keuze voor van alles en nog wat. Maar ds. Vroegindeweij zei tijdens een gesprek: jouw geloof is sterk genoeg. Het gymnasium vond het een eer dat ik daar kwam studeren.”
Vier jaar later gaat Jansens in Utrecht studeren, in 1962 trouwt hij. Na het doen van zijn colloquium krijgt hij vijf beroepen. Het wordt Stellendam. Een week nadat ds. Jansens afscheid preekt in Stellendam, doet hij intrede in Mastenbroek. „Daar hebben we veel vreugde gehad”, zegt de predikant. „Maar m’n vrouw voelde zich af en toe wat alleen in de pastorie. Er was geen winkel en niet eens een brievenbus.” Mevrouw Jansens: „Op vrijdag had ik een heerlijk uitje. Dan ging ik naar de winkel in Hasselt.”
Een beroep uit Tiendeveen-Nieuw-Balinge weegt zwaar voor ds. Jansens. Zijn vrouw is bang om te gaan. „Er was niets anders dan een pastorie en een café.”
Net voordat ds. Jansens moet beslissen, komt de scriba van Mastenbroek langs. „Hoe ver ben je al?” Ds. Jansens: „Hij vroeg of ik aan mijn vrouw had gedacht bij de overweging van dit beroep.”
Een mens moet niet te gauw zeggen dat hij een persoonlijke boodschap van God krijgt, vindt de predikant. „Maar ik dacht toch dat ik de kant van Tiendeveen-Nieuw-Balinge op moest. Ik heb er nog eens over nagedacht en kreeg de vrijmoedigheid om nee te zeggen. Ik bleef waar ik was.”
In 1976 neemt de predikant een beroep uit Wilnis aan. Dichter bij huis, zegt hij, doelend op Zeeland.
Ging het in Mastenbroek goed met zijn gezondheid -„vanwege de kleine gemeente en de gemoedelijk sfeer”- in Wilnis gaat die achteruit. „Mijn been begaf het. Ik kon het werken niet meer opbrengen.”
De behandelend arts adviseert ds. Jansens om vervroegd emeritaat aan te vragen. „Hij zei: „U hebt er veel voor gedaan om dit te bereiken, maar als u te veel van uw lichaam blijft vergen, gaan uw benen dienst weigeren.”” Ds. Jansens stond een jaar in Wilnis.
In 1977 gaat hij met vervroegd emeritaat en solliciteert hij in een bejaardentehuis in Amersfoort als pastor. Dag en nacht is hij oproepbaar. De lange gangen in het bejaardentehuis eisen echter hun tol en na anderhalf jaar komt er een einde aan dit werk.
Ds. Jansens blijft preken in Amersfoort en omgeving. Voor de IZB corrigeert hij boekjes en schrijft hij mee aan een dagboek. Hij koos voor de maand februari. „Als het niet zou gaan, hoefde ik maar 29 dagen te doen.”
In 1981 verhuist ds. Jansens met zijn vrouw naar Tholen. Hij preekt dan nog steeds. Dat kan hij dankzij een speciaal stoeltje zittend doen. In Sint-Annaland heeft men een bankje voor hem gemaakt. Terugkijkend zegt hij dat het preken in nieuwe kerken zijn voorkeur had, vanwege de toegankelijke en ruime preekstoelen. Oude preekstoelen met smalle trapjes kon hij maar moeizaam betreden.
Vanaf 1987 preekt hij niet meer. Sinds 1992 is hij aan huis gebonden en luistert hij samen met zijn vrouw naar de kerktelefoon.
De jubilaris krijgt een vermelding in het kerkblad. Bijzondere bijeenkomsten zijn er niet georganiseerd. „Daar kan ik toch niet naartoe. Ik ben benieuwd of er mensen zijn die het weten en zeggen: „’k Loop even an”, of zo. Da’s gezellig.”