Walgen
Er is een haat tegen de zonden die spreekt van walging. De een mag de zonde uit vrees laten, gelijk in een storm alles overboord wordt geworpen, maar het walgen van de zonden bewijst de verfoeiing ervan. Laat al onze zelfliefde omgezet worden in zelfwalging, wij zullen nooit kostelijker in Gods ogen zijn.Er is geen betere weg om het leven te kennen dan door bewegingen. De ogen bewegen, de pols klopt. Om de bekering te ontdekken is er geen beter teken dan de heilige strijd tegen de zonden. Ware bekering begint in de liefde Gods en eindigt in de haat tegen de zonden. Een heilig hart verfoeit de zonde omdat die een besmettelijke ziekte is. De zonde laadt een smet op de ziel. Een wedergeborene verfoeit de zonde, niet alleen om de vloek, maar het meest om de besmetting. Hij haat de zonde niet alleen om de hel, maar als hel.
Wij moeten de zonden niet alleen haten in onszelf, maar ook in anderen. O, hoe velen zijn er die de verboden vrucht beminnen. Zij beminnen de zonde en haten de bestraffing. Verdrukking raakt alleen het lichaam, maar de zonde gaat verder en vergiftigt de gedachten. Verdrukking kan het leven wegnemen, de zonde neemt de ziel weg. Gods toorn tegen een persoon is het meest ontstoken, niet als Hij dreigt met het zwaard of de pest, maar als Hij zegt: Ik zal hem overgeven aan het goeddunken van zijn hart.
Thomas Watson, predikant te Londen (Al de werken, 1670)