Dat koningin Beatrix charmant kan zijn, bleek dinsdag in Boekarest, aan het einde van het bezoek aan de hoge raad. Voordat zij daar afscheid nam, deed ze haar naam Prinses Glimlach nog even eer aan. Ze praatte met deze en gene, drukte handen, straalde en bedankte de tolk –een jong meisje– hartelijk. Dat even tevoren de toespraken in de raadzaal niet hoorbaar waren geweest vanwege het falen van de geluidsinstallatie, was daarmee meteen vergeten.

Koningin Beatrix was even daarvoor een warm onthaal ten deel gevallen in Roemenië, waar zij tot morgen hoopt te blijven. Oorverdovende kanonschoten markeerden de ontvangst op de luchthaven Otropeni, waar de fine fleur van het Roemeense bestuur de Nederlandse vorstin en haar gevolg welkom heette.

In het Cotroceni Paleis werden twee documenten ondertekend. Staatssecretaris Benschop van Buitenlandse Zaken en zijn Roemeense collega Motoc plaatsten hun handtekening onder het verdrag van sociale zekerheid. Dit verdrag bevat wederkerige afspraken over de controle op de betaling van socialeverzekeringsuitkeringen in de beide landen. Verder werd een memorandum getekend over samenwerking tussen de havensteden Rotterdam en Constanta.

Nadat de Koningin –alleen– een krans had gelegd bij het graf van de onbekende soldaat in het in herfsttinten getooide park Carol I en zij met een vulpen haar naam had gezet in het roodleren ereboek, vertrok zij naar de hoge raad. In aanwezigheid van de koningin werd daar een modern documentatie- en informatiesysteem voor de hoge raad officieel in gebruik genomen.

In haar toespraak bij het staatsbanket ging koningin Beatrix gisteravond in op de bijzondere plaats die Roemenië in Europa inneemt. Nederland steunt trouwens –zo blijkt uit alle hoeken van dit staatsbezoek– de Roemeense wens toe te treden tot de Europese Unie. Het stimuleert de inspanningen die het zich op dat traject getroost. Inspanningen die niet altijd gemakkelijk zijn. Roemenië moet overschakelen van een geleide economie naar een markteconomie en dat gaat met de nodige horten en stoten gepaard.

De vorstin wist te beloven dat, hoewel de banden tussen Nederland en Roemenië niet altijd intens zijn geweest, de afstanden tussen Den Haag en Boekarest in de toekomst kleiner zullen worden. Zeker nu Roemenië definitief de weg heeft ingeslagen die het dichter bij het westen van Europa brengt. Staatssecretaris Benschop van Buitenlandse Zaken benadrukte dat het voor Nederland van belang is betrekkingen aan te knopen met toekomstige lidstaten van de EU. Wat hem betreft is Nederland al behoorlijk op de Roemeense kaart gezet.