Irineos is in ongenade gevallen door de verhuur van onroerend goed in het Arabische Oost-Jeruzalem aan een joodse groepering.

Het langetermijncontract leidde tot grote woede bij de Palestijnen, die willen voorkomen dat de Israëlische regering meer greep krijgt op Arabisch Oost-Jeruzalem, dat zij als hun toekomstige hoofdstad zien. De meerderheid van de parochianen in de Grieks-Orthodoxe Kerk is van Palestijnse afkomst.

Orthodoxe leiders zegden in mei hun vertrouwen in Irineos op, maar deze verzette zich tegen eisen om op te stappen. Hij zei dat het contract buiten zijn weten was opgesteld door een medewerker. Irineos erkent de synode die hem ontsloeg niet en heeft formeel het kerkelijk recht aan zijn zijde.

Atalla Hana, een vooraanstaande geestelijke in de Jeruzalemse kerk, zei dat Theofilos heeft gezworen al het onroerend goed dat aan Israëliërs is verhuurd, terug te vorderen.

Volgens de kerkelijke wet moet de benoeming worden goedgekeurd door de drie regeringen waaronder de parochianen leven: die van Jordanië, Israël en de Palestijnse Autoriteit. Alleen Israël heeft nog geen instemming betuigd met het ontslag van Irineos. Noch Irineos, noch de Israëlische regering wil commentaar leveren.