VNO: Topinkomen stijgt 3,5 procent
De inkomens van directeuren en ondernemingsbestuurders stijgen dit jaar met 3,5 à 4 procent. De topmanagers krijgen er iets meer bij dan de gemiddelde werknemer.
De topinkomens staan al geruime tijd ter discussie. Verscheidene politieke partijen laakten de „kleptocratie, waarbij de topmanagers zichzelf exorbitante bedragen toe-eigenden.” Uit een donderdagmorgen gepresenteerd onderzoek van de ondernemingsorganisatie VNO-NCW en het Nederlands Centrum van Directeuren en Commissarissen (NCD) blijkt dat voor dit jaar een inkomensstijging van bijna 4 procent wordt verwacht.
Volgens VNO-NCW is de stijging in 2002 bij het topmanagement aanzienlijk minder dan in de afgelopen drie jaar. Toen steeg het totale inkomen van ondernemingbestuurders met gemiddeld 10 à 11 procent. De daling weerspiegelt volgens VNO-NCW de duidelijk slechtere resultaten in het bedrijfsleven.
In vergelijking met de CAO-lonen is de inkomensstijging bij de directeuren iets groter. Bij de CAO-lonen die tot dusver zijn afgesloten is sprake van een stijging met gemiddeld 3,27 procent. Daarmee blijft de verhoging nog net boven de inflatie. De onderhandelaars hebben nu ongeveer de helft van de beoogde CAO’s voor dit jaar afgesloten, namelijk 165 van de 350.
H. van der Steen, CAO-coördinator van de werkgeversorganisatie AWVN, stelde woensdag dat hij de loonstijging aan de hoge kant vindt, omdat op dit moment alle economische signalen op rood staan. De loonstijging is volgens hem bovendien de basis van hoge inflatie volgend jaar. De AWVN had liever gezien dat de vaste loonstijging voor een deel was vervangen door resultaatbeloning.
Een eerdere oproep tot loonmatiging van ondernemersorganisaties kreeg steun van de minister van Sociale Zaken, het Centraal Planbureau en onlangs ook weer van De Nederlandsche Bank. Ze vinden het zorgelijk dat de Nederlandse loonkosten sneller stijgen dan die in het buitenland. Ondernemers kunnen daardoor moeilijker exporteren. Door de hogere lonen moeten ook de pensioenen omhoog, wat de pensioenfondsen in financiële problemen kan brengen.
De loonstijging van dit voorjaar is lager dan die van vorig jaar. Die was 4,2 procent, de grootste toename in tien jaar. Toen bleef de stijging 0,7 procent boven de inflatie. Het jaar daarvoor kregen werknemers nog 1,2 procent meer dan de geldontwaarding.
Vakbonden blijven weigeren de lonen gemiddeld minder te verhogen dan de inflatie, die ook volgens de CNV Bedrijvenbond uitkomt op 3,25 procent. „Minder dan de inflatie kan echt niet: dan zou je de koopkracht van de werknemers verminderen”, aldus een woordvoerder. De vakbond maakt alleen uitzonderingen voor bedrijven die zeer slecht draaien.
In het algemeen wil het CNV een loonstijging tussen de 2,25 en de 4 procent. De FNV gaat voor maximaal 4 procent.
Loonkosten zijn voor werkgevers erg belangrijk. Een kleine verlaging bespaart de bedrijven snel veel geld. In totaal is vorig jaar voor 220 miljard euro aan loonkosten betaald, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De loonkosten bestonden voor 175 miljard uit lonen en voor zo’n 45 miljard uit sociale lasten.