Kerk te midden van honderd nationaliteiten
De hele buurt befolderen, uitnodigen voor de dienst? Albert Witting, lange tijd evangelist van de protestantse Jeruzalemkerk in Amsterdam-West en nog steeds actief lid, vraagt zich af hoe je een buurt met ruim honderd nationaliteiten kunt aanspreken met een en dezelfde eredienst. „Het is beter om met kleine groepen te werken. We zien die als een wezenlijk deel van ons gemeentezijn.”
De Jeruzalemkerk is in de jaren twintig ontstaan toen de wijken de Baarsjes en Bos en Lommer in een hoog tempo verrezen. Tot in het begin van de jaren zestig beleefde de kerk een grote bloei. Toen viel de klap. Slechts een handjevol gemeenteleden bleef over. Door de komst van ds. W. G. J. van der Sluys kreeg de kerk in de jaren zeventig een Gereformeerde-Bondssignatuur. De gemeente beleefde sindsdien weer een relatieve opbloei, juist door de komst van mensen die een herkenbare reformatorische prediking in de stad wensten.
Op dit moment is de Jeruzalemkerk een gemeente met zo’n 300 meelevende leden. Wat vooral opvalt: de gemeente vergrijst niet meer. Uniek voor een stadsgemeente. Ongeveer een kwart van de gemeente bestaat uit jongeren, verder zijn er veel kinderen. „Jongeren kiezen de laatste tijd bewust voor het wonen in de stad. Ook na hun studie blijven ze hier vaak”, zegt Witting. De kerk maakt deel uit van de protestantse gemeente Amsterdam („in wording”) en werkt nauw samen met de gemeente De Bron (een samenwerkingsgemeente van de CGK en de NGK in Amsterdam-Nieuw-West).
Albert Witting, vroeger politieagent in Amsterdam en van 1991 tot 1999 evangelist bij de Jeruzalemkerk, ging als evangelist in de buurt zelf wonen, met zijn gezin. Dat gaf hem veel goodwill in de buurt.
Witting laat eerst iets van de omgeving zien. „Vroeger was dit een probleembuurt. Nu worden de huizen opgeknapt en ziet de omgeving er een stuk vriendelijker uit. Het aantal allochtonen is gedaald en meer in verhouding met de rest van de buurt. Er zijn veel tweeverdieners gekomen, onder meer vanwege het groeiend aantal koophuizen.”
Het plein voor de kerk oogt heel wat beter dan op een archieffoto van zo’n twintig jaar geleden. Nu zijn er vlak voor de kerk banken geplaatst die als het ware een verlengstuk vormen van de banken in de kerk. „Als het lekker weer is en als we koffiedrinken na de dienst, zoals we gewend zijn, doen we dat hier buiten.”
Omdat het bedehuis onder monumentenzorg valt, zijn verschillende gedeelten van de kerk met behulp van overheidssubsidie vernieuwd, zoals de prachtige teakhouten deuren.
Als er iets veranderd is vergeleken met enkele decennia geleden, is het wel de komst van de islam. Witting moet echter niets hebben van allerlei angstverhalen over de islam, ook na de moord op filmmaker Theo van Gogh niet. „Er leven hier in de buurt mensen van ongeveer honderd nationaliteiten, dus we zijn wel wat gewend. Ik denk wel eens dat we ons als christenen en als gemeente moeten verootmoedigen vanwege het feit dat we ook een aandeel hebben in de secularisatie en het ontstaan van een geestelijk vacuüm. De seculiere maatschappij en dit vacuüm vormen de context waarin onder meer het moslimextremisme kon ontstaan, evenals allerlei wind van leer en goddeloze levensstijlen. Ik zie de islam niet als een uitdaging, maar gewoon als een feit. We leven in een multireligieuze samenleving en daar doe ik niet krampachtig over.”
De Jeruzalemkerk staat bekend als een open Gereformeerde-Bondsgemeente. Zo noemde de kerk zich ooit officieel. Nu bedient men zich niet meer van deze uitdrukking. De gemeente zegt „gewoon bijbels” te willen zijn, met ruimte voor reformatorischen én evangelischen. Dat de gemeente met haar tijd meegegaan is, blijkt uit nieuwe elementen in de erediensten, zoals speciale themadiensten en de keuze van vrije liederen en muziekstijlen.
„Dat zijn zaken die we niet doen om het allemaal leuker te maken of om meer ingang bij mensen te vinden”, zegt Witting. „Die tijd hebben we gehad. Het gaat erom dat we God dienen en eren. Nieuwe stijlen zijn dan gewoon passend.” Men is bezig met een bezinning op de vrouw in het ambt. Een besluit hierover is uitgesteld.
De Jeruzalemkerk is er niet op uit zo veel mogelijk mensen uit de buurt ertoe over te halen de diensten bij te wonen, zegt Witting. „Dat klinkt misschien wat vreemd, maar hoe zou je zo’n gemêleerde buurt kunnen interesseren voor een en dezelfde dienst? Natuurlijk hopen we dat de kerk ook kwantitatief zal groeien, maar voor de meeste mensen is de drempel naar een kerkdienst veel te hoog. Ze missen een referentiekader om een preek mee te maken.
Sommigen zijn zelfs niet in staat een halfuur naar iemand te luisteren. Ik kan me goed voorstellen dat ze dan liever in een kleine groep zitten, of een Alpha-cursus bijwonen om na te denken over geloof en God. De kleine kring is bij ons geen luxe, maar een wezenlijk deel van de gemeente. We zien die kringen ook niet als een voorfase om mensen in de kerk te krijgen, want er zijn er bij die soms jaren op zo’n kring zitten.”
De Jeruzalemkerk wil een vitale gemeente zijn, waar de inbreng van individuele leden groot is. „Wij zijn minder een domineeskerk”, aldus Witting. „Degenen die bij ons een jaar lid zijn, wordt gevraagd om ook iets voor de gemeente te doen en om zo hun betrokkenheid vorm te geven. Een kerk voor de buurt? We beseffen te weinig dat wijzelf een subcultuur van mensen zijn geworden die voornamelijk uit dezelfde sociale omgeving komen, met dezelfde economische positie en gelijk kennisniveau.”
Witting houdt van de stad. „Ik zou er niet aan moeten denken om midden in Veenendaal te wonen”, zegt hij te midden van het geraas van verkeer en het gerinkel van trams. „Mensen die hun geloof willen verdiepen, adviseer ik om niet in een klooster in retraite te gaan, maar om eens een tijdlang in de stad te wonen en zich aan te sluiten bij een gemeente. Dan ontdek je voor jezelf waar het in de kern van het geloof om gaat. Je hebt iets wezenlijks te bieden en je zult ervaren dat het leven in een stad een verrijking is van de gemeente die je dient. Maar ook een verrijking is voor jezelf.”
voetnoot (u17(Dit is het vierde deel in een zesdelige serie over kerkzijn in de stad. Volgende week woensdag deel 5.