„Een jood met geweld uit zijn huis halen, is een erg grote zonde”, zei de rabbijn maandag op de website van de Israëlische krant Ha’aretz. „Dat staat te lezen in de thora. En wanneer een persoon zondigt, zal hij daarvoor gestraft worden.” Volgens de rabbijn moeten soldaten en politiemensen die helpen bij de ontruiming van de joodse nederzettingen in de Gazastrook niet schrikken wanneer ze later een ziekte of een ongeluk krijgen. „Dan kunnen ze weten waar dat van komt.”

De rabbijn haast zich te zeggen dat hij met zijn uitspraken niet de indruk wil wekken dat hij hoopt dat deze straffen ook daadwerkelijk de desbetreffende mensen treffen. Met zijn uitspraken hoopt Tzuriel die straffen juist te voorkomen.

De rabbijn doet zijn uitlatingen in een open brief aan de soldaten en de politieagenten. Hij schrijft in de brief dat mensen die goederen van joden overdragen aan niet-joden een „afschuwelijke zonde” begaan en „geen deel hebben in de wereld die komt.” Hij schrijft ook dat het verboden is voor joden om degenen die de evacuatie uitvoeren schade toe te brengen. Daarom zal God Zelf hen straffen. „Ze zullen zien dat hun criminele gedrag door de hemel gestraft wordt.”

Hij roept alle veiligheidstroepen ertoe op te weigeren mee te werken aan de evacuatie, zelfs als dat betekent dat ze in de gevangenis terechtkomen.

De uitlatingen van rabbijn Tzuriel maken duidelijk hoe scherp de tegenstellingen in de Israëlische maatschappij zijn aan de vooravond van de ontruiming van de Gazastrook, die over twee weken officieel moet beginnen. Vorige week heeft een groepje joodse extremisten al een rituele banvloek uitgesproken over premier Ariel Sharon. Eerder werd een dergelijke vloek uitgesproken over de toenmalige premier Rabin, die uiteindelijk door een joodse extremist werd vermoord.

Een aantal orthodoxe soldaten heeft inmiddels geweigerd bevelen uit te voeren die te maken hebben met het ontruimingsplan omdat hun rabbijnen zeggen dat dit plan ingaat tegen de thora. De Israëlische overheid treedt keihard tegen deze dienstweigeraars op. Het leger staat in de Israëlische maatschappij, en ook bij de orthodoxe joden, in hoog aanzien. Het waren juist de soldaten die jarenlang, vaak met gevaar voor eigen leven, de kolonisten in zowel de Westelijke Jordaanoever als de Gazastrook beschermden tegen aanvallen van Palestijnse terroristen.

Ook aan de massale demonstratie die onlangs gehouden werd tegen de ontruiming van de nederzettingen in Gaza namen veel orthodoxe joden deel. Ze beroepen zich op passages in het Oude Testament waarin God, volgens hen, verbiedt dat joden het beloofde land verdelen of delen daarvan overdragen aan niet-joden.

Premier Sharon, vroeger een van de boegbeelden van de zogenaamde kolonisten, besloot enige tijd geleden dat Israël zich eenzijdig en volledig terugtrekt uit de Gazastrook. De kolonisten voelen zich door dat plan verraden en in de steek gelaten.

De Gazastrook, een stuk grond van ongeveer 360 vierkante kilometer aan de Middellandse Zee, is qua omvang te vergelijken met Zuid-Beveland. Het grondgebied huisvest tussen de 8000 en de 9000 joodse kolonisten in 21 nederzettingen, die daar leven tussen circa 1,3 miljoen Palestijnen. Vanaf 15 augustus, net na de rouwperiode waarin de joden de verwoesting van de Eerste en de Tweede Tempel herdenken, begint het leger met de ontruiming van de Gazastrook. De Israëlische regering heeft in verband met deze treurdagen (Tisha Be’av) besloten de ontruiming enige tijd uit te stellen.

De synagogen in de Gazastrook zullen, nadat alle kolonisten zijn vertrokken, door het leger worden verwoest. De inboedels ervan worden overgebracht naar Israël.