Transport mariniers nog niet geregeld
Defensie is er nog niet in geslaagd alternatief transport te regelen voor een groep van honderd mariniers die afgelopen vrijdag naar Afghanistan zou worden overgebracht. De commerciële vliegtuigmaatschappij die de vlucht zou uitvoeren, krijgt nog een kans, maar ondertussen wordt ook naar andere mogelijkheden gekeken, aldus een woordvoerder van de luchtmacht zaterdag.
Defensie zag zich genoodzaakt gebruik te maken van commercieel transport omdat de twee eigen KDC–10’s niet beschikbaar waren en er ook geen ruimte kon worden gevonden bij bevriende Europese bondgenoten, verenigd in het zogeheten European Airlift Centre (EAC). De luchtmacht heeft wel een Hercules transportvliegtuig klaar staan op het vliegveld van Kabul om de manschappen over te brengen naar het noorden van het land.
Als er geen militair transport beschikbaar is, wordt een vliegmakelaar ingeschakeld die op zoek gaat naar een commerciële maatschappij die bereid is op Afghanistan te vliegen. Dat gebeurt in de regel op basis van een ’no cure no pay’ contract. De maatschappij moet er zelf voor zorgen dat alle papieren en overvliegvergunningen in orde zijn.
Afgelopen vrijdag bleef de gevraagde toestemming om over een bepaald land te vliegen echter uit. Vaak komt die toestemming op het laatste moment, maar dit keer ging het mis, aldus Defensie. Als de gecontracteerde maatschappij de vlucht niet op korte termijn alsnog kan uitvoeren, gaat Defensie proberen een andere maatschappij in te schakelen. Erg makkelijk zal dat echter niet gaan, omdat charters in het zomerseizoen moeilijk te vinden zijn.
De tijd dringt overigens wel, want Nederland heeft de Internationale Veiligheidsmacht (ISAF) in Afghanistan beloofd op 4 augustus de eerste infanterie–eenheid klaar te hebben staan. Het gaat dan om een compagnie van tussen de 130 en 140 man. In totaal stuurt Nederland 750 man naar het noorden van Afghanistan. Verreweg het grootste deel van de eenheid wordt gestationeerd in Mazar e Sharif.