Het gevaar van de rijke zendeling
De goede, witte zendeling die arme, heidense kinderen helpt, liefst met veel geld. Dit is het beeld dat veel mensen van zending hebben. De zendingswerkers Wouter Rijneveld en Ronnie Hahné van de Gereformeerde Gemeenten liepen in Nigeria aan tegen de kwalijke afhankelijkheid van de zendingskerken van het Westen. Verschil van inzicht over de omvang van de hoeveelheid donorgelden leidde tot hun abrupte terugkeer.
De verhoudingen met de zendingskerk in Nigeria zijn goed gebleven. „We hebben vorige week als vrienden en broeders afscheid genomen”, zeggen Rijneveld en Hahné na hun terugkeer in Nederland.
Nigeria is een van de oudste zendingsvelden van de Zending Gereformeerde Gemeenten (ZGG). Het zendingswerk leidde in 1988 tot het institueren van een zelfstandige kerk, de Nigeria Reformed Church (NRC). In hoogtijdagen had de ZGG zelfs tien fulltime krachten daar werkzaam; nu door de terugkeer van Rijneveld en Hahné niemand meer. De ZGG zoekt nog een fulltime docent voor een bijbelschool.
Begin dit jaar formuleerden de beide werkers in een document hun opvattingen over het gevaar van de financiële afhankelijkheid van het Westen van door zendingswerk ontstane kerken, zich daarbij beroepend op talrijke bronnen uit de zendingsliteratuur waar dit probleem inmiddels massaal is gesignaleerd. Een citaat: „De doorgaande aanwezigheid en beschikbaarheid van fondsen is de ernstigste factor die het doorbreken van afhankelijkheid tegenhoudt.” De werkers spreken van een „afhankelijkheidssyndroom”, dat lokale initiatieven en de ontwikkeling van verantwoordelijkheidsbesef tegenhoudt. Geld wordt een „machtsmiddel” waarmee de lokale kerk „westerse controle” krijgt opgelegd en opgescheept wordt met „dure en onbetaalbare structuren.” Verder: Het beeld van zending moet, bijbels gezien, herzien worden. Het sturen van mensen is beter dan het geven van geld. „Inzet voor zending moet niet worden afgemeten aan de hoeveelheid geld die gegeven is.”
Toen de werkers hun rapport aan de NRC voorlegden, werkte het als een knuppel in het hoenderhok. De Nigerianen riepen een spoedvergadering van de classis bijeen. De beide werkers erkennen mensen „onnodig pijn” te hebben gedaan, maar houden toch vast aan hun fundamentele bedenkingen tegen de huns inziens onevenredig grote geldstroom ten behoeve van een relatief kleine kerk (ongeveer 10.000 leden). Na enkele maanden zijn de gemoederen inmiddels tot bedaren gekomen. De kwestie heeft evenwel geleid tot vervroegd vertrek van beide werkers omdat er „geen basis meer gevonden kon worden tussen de NRC en onze werkers waarop zij verder konden gaan”, zo luidde de officiële mededeling van het zendingsdeputaatschap.
Hahné werkte sinds 2003 als trainer van het kerkelijk bureau, Rijneveld sinds 2000 als docent en toeruster. De beide werkers zeggen de kwestie al eerder aan de orde te hebben gesteld binnen de NRC, maar niet zo „massaal en zwart op wit”, erkennen zij. „Het is een gevoelig punt, maar dat zal het ook wel blijven”, zegt Rijneveld. Hahné: „We hebben deze zaak genoemd met goede bedoelingen en ter wille van de kerk. Het was voor ons een gewetenszaak. Maar de tijd was er nog niet rijp voor.”
Rijneveld drukt het nog scherper uit: „De tijd zal er nooit rijp voor zijn. Als je langer wacht, wordt de situatie erger en zie je gewoon dat het niet de goede kant opgaat.” Beiden willen echter met nadruk uitgesproken hebben dat het zendingswerk in Nigeria zinvol is en dat er met veel zegen door de NRC wordt gewerkt.
Het ’alarm’ dat zij geslagen hebben, herkennen zendingsdeputaat ds. W. Harinck, die in juni Nigeria nog bezocht, en drs. G. Nieuwenhuis, algemeen secretaris van de ZGG. „Je kunt je afvragen of het tijdstip en de manier waarop de zaak aan de orde is gesteld, de meest geschikte zijn geweest. Maar het is zeker een moeilijk probleem, dat al langer speelt en waarvoor de beide werkers terecht aandacht hebben gevraagd. Als ZGG zijn we al langer bezig om de financiële steun aan Nigeria geleidelijk af te bouwen. De NRC weet dat ook. Maar we kunnen ons hun angst ook voorstellen, mede omdat de omvang van het zendingsteam snel terugliep.”
Naast ZGG financieren ook andere donoren diverse projecten van de NRC. Ook stichting Oikonomos is werkzaam in dit land. Nieuwenhuis onderkent het gevaar dat de kerk een werkgever wordt die werknemers in dienst neemt. „Het gevaar is zeker niet denkbeeldig dat mensen zich bij de kerk voegen om zich daarmee van een inkomen te verzekeren. Geld is ook macht. Toch moet je ook de achtergronden in Nigeria in ogenschouw nemen. Toen de Gereformeerde Gemeenten in het Izi-gebied in Nigeria gingen werken, was dit een van de armste gebieden. De NRC is nog steeds een kerk waar weinig kader is en waar steun uit het Westen hard nodig is. Het probleem van de afhankelijkheid is typisch een probleem van de oude zendingsvelden, waar allerlei activiteiten, zoals ontwikkelingswerk, onder de kerken ressorteert. In nieuwe zendingsgebieden, zoals Albanië en Ecuador, vallen deze activiteiten niet rechtstreeks onder de kerk. In die zin heeft de ZGG ook ervaring opgedaan.”
ZGG denkt erover om in de toekomst kortetermijnwerkers in Nigeria te detacheren bij de NRC, die bijvoorbeeld het kerkelijk bureau ondersteunen, een aantal maanden lesgeven op de bijbelschool of een stage lopen in het kader van de Cursus Godsdienstonderwijs van de Gereformeerde Gemeenten. Het nadeel hiervan is dat iemand slechts kort aanwezig is, maar zo’n persoon kan de verantwoordelijkheid en zelfstandigheid van de lokale kerk des te meer stimuleren.
Ds. Harinck: „Het is jammer dat het allemaal zo gegaan is. Je ervaart het als verlies dat de beide werkers terug moesten komen. Winst is echter dat er nu hopelijk meer ruimte is gekomen voor het doordenken van de zelfstandigheid en de gevaren van afhankelijkheid. Gelukkig staat er in het persoonlijke vlak niets meer in de weg.”
De beide werkers, die nu hun weg moeten zoeken in Nederland, vertellen dat ze in goede harmonie afscheid hebben genomen. „We zijn de laatste maanden erg druk geweest om het werk zo goed mogelijk over te dragen. Voor de gedachte ”Hoe moet het nu verder met het zendingswerk?” is geen plaats. De NRC kan zelfstandig functioneren als kerk. Ook zonder ons.”