Water met passie gemengd
Wel eens van „dynamisch, bruisend en betrokken” Vitens gehoord? We spreken over „een organisatie met een duidelijke visie, gedegen kennis, ruime ervaring, beproefde faciliteiten en meetbare doelstellingen op vrijwel alle gebieden die met water te maken hebben.” Oftewel: water met passie gemengd.
Het „nieuwste, grootste en meest toonaangevende waterbedrijf in Nederland” timmert aan de weg. Met ruim 1,5 miljoen aansluitingen verspreid over de provincies Friesland, Overijssel, Gelderland en delen van de provincies Flevoland en Drenthe voorziet Vitens 4 miljoen klanten van leidingwater. Wat er op de superlatieven valt af te dingen, de grootste zíjn ze met een jaaromzet van 250 miljoen kubieke meter water.
Het bedrijf is het resultaat van een fusie tussen Nuon Water, Waterbedrijf Gelderland en het drinkwaterbedrijf van Waterleiding Maatschappij Overijssel (WMO). „Vitens is een combinatie van vitaal en intens”, lichtte voorzitter van de raad van bestuur J. van Winkelen (ex-Waterleidingbedrijf Gelderland) gisteren toe. „Vitens staat voor passie. Wij zijn van plan een sterk, krachtig en modern bedrijf te maken.”
Na twee jaar cijferen en schuiven bereikten de directies en commissarissen van de bedrijven in de herfst van vorig jaar uiteindelijk overeenstemming over de samensmelting. Daarna mochten de aandeelhouders oordelen. Dat leverde geen onoverkomelijke bezwaren op. Achtereenvolgens gingen dit voorjaar de raad van bestuur van Nuon, de provincie Overijssel en de provincie Gelderland -en de gemeenten in deze provincies- akkoord.
De geboorte van Vitens is het voorlopige hoogtepunt in de naoorlogse concentratiegolf. Enkele tientallen jaren geleden telde ons land nog zo’n 280 waterleidingbedrijven. De komende jaren, voorspelde brancheorganisatie Vewin onlangs, zal het aantal drinkwaterbedrijven naar tien en misschien slechts vijf grote spelers dalen.
De vorming van Vitens is voor Van Winkelen dan ook geen eindstation. „De optimale grootte van een waterbedrijf is groter dan de omvang van ons huidige bedrijf. Op internationaal niveau zie je hele grote bedrijven, soms met de omvang van Nederland. Grensoverschrijdende fusies zijn echter nog niet mogelijk. Op nationale schaal kunnen we komen tot bedrijven in orde van grootte van eenderde van Nederland.”
Vitens staat daarom open voor verdere groei, in de zin van samengaan met anderen. Fusies dus, geen overnames, benadrukt Van Winkelen. Bedrijven die in aanmerking komen, zijn in de eerste plaats degene die in de buurt zitten. Waterleidingmaatschappij Drenthe (WMD), bijvoorbeeld? „Drenthe zouden wij verwelkomen. Wij wachten af of er belangstelling van hun kant is.”
Overigens is Vitens ook na de fusie een publiek waterbedrijf gebleven. Alle aandelen zijn (in)direct in handen van publieke lichamen. Voor het geval aandeelhouder Nuon gaat privatiseren, is statutair bepaald dat het aandelenbelang van 36 procent naar de Vitens-aandeelhouders gaat in het voorzieningsgebied. Het aantal aansluitingen per aandeelhouder zal daarbij als verdeelsleutel gelden.
Drijvende kracht achter de schaalvergroting is het streven naar een meer doelmatige drinkwatervoorziening. „In de publieke sector moet je een bepaalde omvang hebben om per klant kosten te kunnen drukken”, stelt Van Winkelen. Hij schat dat de fusie een jaarlijkse kostenbesparing van 30 miljoen euro zal opleveren, op een omzet van 340 miljoen euro.
Deze efficiencyslag moet ten goede komen aan de klanten. Vitens wil de tarieven in het hele voorzieningsgebied binnen vijf jaar gelijktrekken. „Friesland is het duurst, gevolgd door Overijssel en dan waterbedrijf Gelderland. De verschillen zijn overigens niet zo groot”, relativeert Van der Laan (ex-Nuon Water). Het nieuwe bedrijf heeft beloofd dat het inflatiepercentage als bovengrens zal gelden bij eventuele tariefstijgingen.
Behalve Noord- en Oost-Nederland van betaalbaar leidingwater te voorzien, heeft Vitens zich ten doel gesteld de samenwerking met waterschappen en gemeenten te versterken. Van Winkelen: „Lijn aanbrengen in de keten drinkwater, riolering en zuivering, gaat in heel Nederland nogal stroperig. We zien het niet als commerciële activiteit waarin we snel moeten slagen. Maar op internationaal gebied lopen we achter. We moeten ons ambitieniveau behouden.”
Voor 250 de 1250 medewerkers betekent de vorming van een „sterk, krachtig en modern bedrijf” dat ze afscheid moeten nemen. In de drie jaar die voor de totale integratie van de drie fusiebedrijven staat, zullen zij stapsgewijs vertrekken. „Er ligt een goed sociaal plan”, verzekert Van Winkelen. „We hebben er zelfs een compliment voor gekregen van de vakbonden.”