Dat staat in het langverwachte kokkeladvies van een commissie die minister Veerman (Landbouw) eind 2004 in het leven riep. Reden daarvoor was het kabinetsbesluit om de kokkelvisserij in de Waddenzee te beëindigen. Veerman gaat het advies bestuderen, en bekijkt vooral of het een redelijke vergoeding is, liet hij vrijdag weten.

Hoe lang Veerman nodig heeft voor een voorstel voor een definitieve schaderegeling, is onduidelijk. Hij wil zorgvuldig te werk gaan, aldus een woordvoerster. Niet alleen het kabinet moet akkoord gaan. De Europese Commissie zal ook toetsen of er sprake is van ongeoorloofde staatssteun.

Een probleem doemt onmiddellijk op. Het kabinet wil de sanering van de kokkelvloot financieren uit het Waddenfonds. Dat fonds is onder druk van de Tweede Kamer onlangs opgehoogd van 500 miljoen tot 800 miljoen euro. De Raad van de Wadden, die het kabinet adviseert over het Waddenbeleid, stelde woensdag klip en klaar dat de kokkelvisserij niet uit het Waddenfonds zou moeten worden betaald. Het geld moet alleen ingezet worden voor extra investeringen in het Waddengebied.

De kokkelsector is sterk geconcentreerd. Welgeteld zeven ondernemingen zijn in het noorden actief, waaronder vier grote (Heijploeg Shellfish International, Roem van Yerseke, Prins & Dingemanse en Landa Conserven) en drie kleine. De vissers zijn van mening dat hun sector als wisselgeld heeft gediend om gasboringen in de Waddenzee mogelijk te maken.

De adviescommissie, onder leiding van oud-Unilever-bestuursvoorzitter Maljers, stelt voor de kleine ondernemingen een apart bedrag van 2 miljoen euro (boven op de voorgestelde 85 miljoen) uit te keren. Zij hebben relatief veel geïnvesteerd in hun boten en vangen elk meer dan de toegewezen hoeveelheid, maar zouden bij een gewone schadeberekening onderbedeeld worden.