Stad capituleert niet voor „beesten”
Tavistock Square is met een scherm afgezet. Witte doeken benemen de wereldstad en de wereldpers het zicht op het wrak van de opgeblazen bus. Van buitenaf lijkt de plaats des onheils omgeven met een eerbiedige stilte.
Achter het scherm verlicht de hele nacht echter een grote bouwlamp het werkterrein van de forensische experts. Nog steeds liggen er lichamen rond de dubbeldekker van lijn 10.
Vlak achter het politielint torent St. Pancras Church boven de omgeving uit. Aan de trotse pilaren van de voorgevel hangen spandoeken met ”Make poverty history”, met het oog op de G-8-top in Schotland. De top in Gleneagles had Groot-Brittannië dezer dagen op de kaart moeten zetten.
Een paar daklozen kijken naar de kerk. Zij slapen altijd onder de luifel achter de pilaren. Maar donderdagavond mochten ze er niet bij. Ook het andere opvanghuis waar ze normaal een warme maaltijd nuttigen, is niet bereikbaar. De Ierse Richard Lyttle kwam er donderdagochtend juist vandaan toen de bom in de bus afging. „Ik was om de hoek toen het gebeurde. Na enkele minuten werd ik echter al weggestuurd door de politie. Ik denk dat we vanavond maar op straat blijven.”
Het normale leven in Londen leek donderdagavond zijn normale loop al weer te hervatten. Het autoverkeer kwam op gang. En ook trein en bus kwamen in beweging, zij het met grote vertragingen. Maar van een verkeerschaos was geen sprake. De gezamenlijke oproepen van de politie en de regering om niet onnodig richting de stad te reizen, hadden blijkbaar gewerkt.
Alleen de ondergrondse lag nog stil, toch de ruggengraat van het openbaar vervoer in de Britse hoofdstad. De metro verwerkt dagelijks zo’n 3 miljoen mensen.
Veel metroreizigers wachtten donderdag op Victoria Station op een taxi. „Geduld is een deugd, en deugd is een gave”, haalt een gepensioneerde Londenaar een Engelse dichtregel aan, als de rij weer iets opschuift. Hij was tijdens de aanslagen op zijn kantoor in het centrum van de stad. Normaal reist hij met de ondergrondse naar zijn woning in het westen van Londen.
De gebeurtenissen verrasten hem niet. „Dit is wat men eigenlijk al lang had verwacht. De autoriteiten hebben ook gezegd al twee keer zo’n aanslag te hebben verijdeld.”
Vrijdagmorgen is het verkeer in de stad weer even levendig als altijd. Een man is te voet op weg naar zijn kantoor. „We hebben meer bomaanslagen in Londen gehad, van de IRA. We zijn eraan gewend om door te leven.”
Het trein- en metrostation van King’s Cross ziet er weer uit als de gewoonlijke mierenhoop. De belangrijkste lijnen van de ondergrondse rijden vrijdagmorgen weer, maar bij de ingang van King’s Cross wordt gesproken over een „verdacht pakketje”, reden waarom dit station voorlopig niet open is.
Een jongeman heeft vrijdagmorgen, net als donderdag, gewoon weer de trein genomen. „Ik heb alle vertrouwen in de politie en de autoriteiten”, zegt hij. „Iedereen deed wat hij kon. Dit was niet te voorkomen.”
Een oudere man zegt ook niet te hebben geaarzeld om op de trein te stappen. „Ik geef de stad niet over aan deze beesten. Want dat zijn het.”