Druk op gemeente in Arad opgevoerd
Ultraorthodoxe joden hebben de politie in de stad Arad, in de Negevwoestijn, toestemming gevraagd om een grote demonstratie te houden voor het huis van Polly Sigulim, een Messiasbelijdende vrouw. Toen die geen toestemming gaf, zijn de organisatoren van de demonstratie naar het hooggerechtshof gestapt.
Dat melden joods-Messiaanse en christelijke bronnen in Arad. Het gaat volgens hen om een demonstratie waaraan 500 tot 700 mensen zullen meedoen.
Al meer dan een jaar demonstreren ultraorthodoxe Joden tegen de aanwezigheid van Messiasbelijdende joden in hun stad. Meestal gaat het om kleine demonstraties van vijftien tot twintig mensen die op enkele tientallen meters afstand van de huizen van de gemeenteleden worden gehouden. Nu echter betreft het een grote demonstratie voor een woonhuis. Daarvoor moet toestemming worden verkregen.
De politie van Arad hevelde de aanvraag voor de demonstratie door naar die in Beersheva, aldus Yakim Figueras, voorganger van de Hebreeuwssprekende gemeente in Arad. Daar verbood de politie de geplande bijeenkomst omdat het om een demonstratie voor een privé-woning ging.
Het hoofd van het hooggerechtshof, Aharon Barak, buigt zich nu over de kwestie. Figueras: „De aanvragers beroepen zich op de vrijheid van meningsuiting. Maar daar gaat het helemaal niet om. Het gaat hier om uitingen van haat, leugens en vloeken.”
De problemen begonnen nadat bekend werd dat een meisje was gaan geloven dat Jezus de Messias is. Deze jongere, die zich overigens pas liet dopen nadat ze 18 was geworden, had contact met Polly Sigulim, een Messiasbelijdende joodse in Arad. In Sigulims woning worden ook samenkomsten van Messiasbelijdende joden gehouden.
De eerste grote demonstratie bij het huis van Sigulim werd in maart 2004 gehouden.
Sigulim kwam in 1982 vanuit de VS naar Israël. Haar man verloor het leven bij een verkeersongeluk. Een van haar drie zonen zit in het leger en de andere twee zitten op middelbare scholen die voorbereiden op militaire dienst bij de marine en de luchtmacht. Verder heeft ze vijf pleegkinderen, allen uit gezinnen van christenen of Messiasbelijdende joden.
„De afdeling pleegzorg bij de sociale dienst weet dat ik een gelovige in het Nieuwe Testament ben”, aldus Sigulim. „De grote vraag was: Welke feestdagen vier je? Ik vertelde hun dat ik de zeven joodse feesten vier die God ons geboden heeft. We doen dat op bijna dezelfde manier als alle andere joden op de wereld. En we houden de sabbat met een sabbatsdiner. We komen ook op sabbat als gelovigen bij elkaar.”
Aan tien van Sigulims buren is gevraagd een beëdigde verklaring bij het hof in te dienen. „Voorzover ik weet staan ze allemaal aan mijn kant. Dat is niet vanwege mijn religie, maar omdat ik een goede buurvrouw ben. Ze zeggen: Ze heeft ons niets gedaan en we wisten niet eens wat zij gelooft.”
Elke zaterdagmorgen komt een kleine groep Hebreeuwssprekende gelovigen bij elkaar in een villa waar één persoon woont, aldus voorganger Yakim Figueras. In hetzelfde huis komt ’s avonds een groep Russischsprekende gemeenteleden bijeen. Verder is er in het stadje een Amerikaans christelijk echtpaar, dat een schaakclub heeft. De meeste demonstraties hebben plaats in de buurt van hun huis.
Elke week komen de gemeenteleden ook bij elkaar voor een gebedsbijeenkomst. De demonstranten komen met een camera en maken volgens Figueras foto’s van iedereen die de gebedsbijeenkomst in- en uitgaat. De leden worden ook uitgescholden en er worden godslasterlijke leuzen naar hen geschreeuwd.
„De belangrijkste mantra die ze steeds maar weer herhalen, is dat wij onschuldige joodse kinderen nemen en hen tot christenen dopen”, zegt de voorganger. „Dat is een pure leugen. We dopen zelfs onze eigen kinderen niet eens. We wachten totdat ze een leeftijd hebben bereikt dat zij voor zichzelf kunnen beslissen.”
Figueras zegt dat hij mogelijk contact zal opnemen met de Amerikaanse ambassade. Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken heeft een departement voor internationale godsdienstvrijheid, dat de vrijheid van religie wereldwijd wil bevorderen.
Volgens een politiewoordvoerster van het Negevdistrict gaat het niet om demonstraties tegen christenen, maar om protesten -eens in de week van een uur- tegen „missionaire activiteiten.” „Dat is toegestaan”, zegt ze.
Er is volgens haar ook niets op tegen dat de demonstranten met borden voor de huizen van de gemeenteleden staan of hen op straat op de foto of op video zetten.