Vermaning
Paulus roemde, hoewel hij niet bekeerd was, in Christus, Die hij vervolgde. Hij deed dat totdat God hem staande hield op de weg naar Damaskus. Toen werd hij wonderlijk door God geraakt en bekeerd. Zonder dat was hij met al zijn inbeelding voor eeuwig verloren gegaan.O, geliefden, ga nu eens in uw binnenkamer en vraag eens tussen God en uw ziel: Doet een geveinsde hypocriet niet zo veel meer dan ik? Ben ik wel waarlijk in Christus geënt door een levend geloof? Ben ik wel verzekerd uit de vruchten, dat ik een goede boom ben? Al wat ik doe, doe ik dat wel uit een geestelijk beginsel, naar de regel van Gods woord en met een heilig oogmerk?
Jezus zegt: „…die in Mij geen vrucht draagt, die neemt de Landman weg.” Bedenk toch eens: Wat zal het u baten in de kerk gepronkt te hebben alsof u een van Zijn schapen was en dat u daarna onder de bokken wordt gesteld. Hier als een heilige te worden aangezien en daarna te roepen: Doe ons open! En dan tot antwoord te krijgen: Ik heb u nooit gekend! Hier in naam van Jezus profeteren en duivelen uitwerpen en daarna een prooi van de duivel te worden.
Dat deze schrik u mag bewegen tot het geloof. Voor Gods kinderen hebben we deze troost: Alle rank, die in Christus vrucht draagt die reinigt de Landman. Och, u denkt: Ik ellendig mens, ik zie niets in mij zelf. De belofte is: …de Landman zal u reinigen.
Frederik van Houten, predikant te Middelburg (Ziels-verkwikkende raad, 1719)