Britse regering voert tweeslachtig beleid
De westerse wereld –inclusief Groot-Brittannië– vecht tegen terrorisme. De Britse regering gaat in eigen land –in Noord-Ierland– echter heel anders met IRA-terroristen om. B. J. den Dekker twijfelt daarom aan de oprechtheid van premier Blair en de zijnen.
Al enige weken aanschouwt de wereld een strijd tegen het terrorisme. De Verenigde Staten treden hard op tegen wat genoemd wordt het ”wereldwijde terrorisme”. Ze worden daarbij van harte gesteund door de Britten onder leiding van hun premier Tony Blair. Dat Amerika blij mag zijn met zo’n trouwe bondgenoot staat buiten kijf.
Er bekruipt mij echter een gevoel van twijfel over de oprechtheid van deze bondgenoot. Heeft Groot-Brittannië niet genoeg in eigen huis te doen voordat het ver van huis het terrorisme met geweld gaat bestrijden? Al ruim dertig jaar wordt een gedeelte van het Verenigd Koninkrijk geteisterd door terrorisme. Gedreven door de Groot-Ierse gedachte en een zich niet willen onderwerpen aan democratisch genomen beslissingen, voeren rooms-katholieken sinds 1969 een gewapende strijd voor aansluiting van Noord-Ierland bij de Ierse republiek.
Toen in het begin van de jaren zeventig de Britse overheid niet in staat bleek haar onderdanen voldoende te beschermen, vormden zich protestantse zelfbeschermingsgroepen die later ook tot geweld vervielen en in bloeddorstigheid niet voor de IRA en andere nationalistische groepen onderdoen.
Wat doet de Britse regering? Besloot zij ook tot bombarderen van wapenopslagplaatsen in (Noord-)Ierland? Stelt Blair daar ook dat geweld alleen met geweld bestreden kan worden? Nee, het merkwaardige is dat het beleid van de Britse regering sinds de jaren tachtig erop is gericht om zoveel mogelijk aan de terroristen van beide zijden toe te geven. Stelde de regering in het begin nog de eis van ontwapening vóór onderhandelingen, allengs werden er meer en meer concessies gedaan. De IRA, de UVF en de UDA mochten meepraten, maar dan zouden zij de wapens inleveren. Het leger zou teruggetrokken worden, maar dan zou de IRA de wapens inleveren. De politie zou ontwapend worden, maar dan zou de IRA zich ook ontwapenen. Sinn Fein mocht deelnemen aan de regering, maar op voorwaarde dat de IRA de wapens zou inleveren.
Goede Vrijdag
In 1998 werd het zogenaamde akkoord van Goede Vrijdag gesloten. De wereld juichte: eindelijk was daar een doorbraak! Een groot deel van de protestantse pro-Britse bevolking van Ulster voelde zich voor de zoveelste maal verraden en door de eigen regering in de steek gelaten. Maar hen werd doemdenken verweten, of nog erger: extremisme.
Inmiddels is het jaar 2001 bijna voorbij. Noord-Ierland beleefde de ene regeringscrisis na de andere. Het bestand met een aantal protestantse terroristen is inmiddels opgezegd wegens gedurig schenden ervan. Dat de IRA bij verschillende politieke en terroristische schandalen betrokken is geweest, heeft om de lieve vrede wil geen consequenties voor het ’vredesproces’ gehad. Jarenlang heeft de IRA haar wapens behouden en kon zij blijven dreigen met terugkeer naar geweld. En dus deden de Britse regering en de ’gematigde’ Unionisten concessie na concessie. En iedere keer juichte de wereld: een historische doorbraak!
Zo ook een aantal weken geleden. De IRA kondigde aan dat zij een aantal van haar wapens had vernietigd. Onder druk van president Bush kon de Ierse lobby in de VS, die het terrorisme jarenlang met instemming van de regering-Clinton met geld en raad steunden, dit niet meer volhouden. De Noord-Ierse regering trok hieruit de conclusie dat zij weer kon aantreden. Er was immers een doorbraak geforceerd? Dat niemand mag weten hoeveel, hoe en welke wapens er onklaar gemaakt zijn en hoeveel de IRA er nog heeft, schijnt niet uit te maken. Dat de IRA nog steeds de troef van het dreigen met terugkeer naar geweld in handen heeft, doet aan het optimisme van de voorstanders van het vredesakkoord niets af.
Helaas voor hen kreeg de regering-Trimble niet voldoende steun om het werk weer op te vatten. Voor belangrijke beslissingen is de steun van de meerderheid van zowel rooms-katholieken als protestanten nodig. En die laatste meerderheid ontbrak.
Geheel volgens de democratische regels zouden er verkiezingen uitgeschreven moeten worden. Peilingen geven echter aan dat die wel eens gewonnen zouden kunnen worden door de ’extremisten’, de tegenstanders van het akkoord van Goede Vrijdag. En aangezien dat akkoord tegen letterlijk elke prijs gered moet worden, werd de politieke trukendoos opengetrokken. Liberale partijen lieten zich voor één dag protestant noemen en zo kreeg de regering-Trimble toch een protestantse meerderheid. Een „tactische omtrekkende beweging” noemde het digitale RD dat op 5 november. Zijn intrige, list, bedrog en verraad geen betere benamingen?
Te klein
Stelt u zich de situatie in Nederland eens voor: Een grondwetswijziging moet de meerderheid van zowel de Eerste als de Tweede Kamer hebben. De regering doet een voorstel dat wel de meerderheid van de Tweede maar niet van de Eerste Kamer heeft. Zij besluit vervolgens tijdelijk de Eerste Kamer voor één dag uit te breiden met tien voorstemmende leden van de Tweede Kamer. Zou de wereld niet te klein zijn?
Vrede is een geweldig goed en moet zoveel als mogelijk nagestreefd worden. Maar als vrede afgedwongen wordt met bedrog, list en verraad, spreken wij dan nog van vrede? Vrede is niet het zwijgen van wapens alleen. Vrede houdt gerechtigheid in. En die is momenteel in Ulster ver te zoeken!
n.a.v.De auteur is werkzaam aan de Jacobus Fruytier Scholengemeenschap in Apeldoorn.