Cultuur & boeken

Costerus’ boek blijft indrukwekkend

Titel:

Ds. W. Harinck
15 May 2002 14:28Gewijzigd op 13 November 2020 23:34

”De geestelijke mens in zijn begin, voortgang en einde”
Auteur: Florentius Costerus
Uitgeverij: Gebr. Koster, Barneveld, 2001
ISBN 90 5551 198 6
Pagina’s: 871
Prijs: € 55,-. Indrukwekkend vanwege de omvang, maar vooral vanwege de inhoud. Dat is ”De geestelijke mens”, een meer dan 850 bladzijden tellend prekenboek van de hand van ds. Florentius Costerus. Vroeger hadden -beter gezegd: namen- mensen wellicht meer tijd om zo’n lijvig boek te lezen dan tegenwoordig. Laten zij zich door het moderne levensgevoel, dat alles kort en flitsend gebracht wil zien, niet afhouden van het lezen in een boek als dit. Lezers zouden zich er, gelet op de titel -”De geestelijke mens in zijn begin, voortgang en einde”-, zelfs een leven lang mee bezig mogen houden.

Nadat Florentius Costerus zijn theologiestudie aan de universiteit van Utrecht had voltooid, werd hij in 1654 predikant in Wognum, een plaats in de omgeving van Hoorn. Twee jaar later nam hij het beroep aan dat de gemeente Hoorn op hem had uitgebracht. Tot zijn overlijden in 1703 verkondigde hij in die plaats het Evangelie.

Van harte stond Costerus achter de besluiten van de Synode van Dordrecht. Van het gevoelen van Arminius en de remonstranten moest hij niets hebben.

Onder de ’oude schrijvers’ neemt Costerus een ereplaats in. Die heeft hij vooral aan dit boek te danken. In duidelijke bewoordingen geeft hij antwoord op de vraag: „Wie is geestelijk, wie moet daarvoor gehouden worden?” Dan schrijft hij: „Wie door de Heilige Geest wedergeboren is, die is een geestelijk mens.”

Voortdurend grondt Costerus zich op de Schrift. Hij spreekt niet zijn eigen woorden, maar woorden die de Heilige Geest leert, geestelijke dingen met geestelijke samenvoegende (1 Kor. 2:13).

Aan de leerredenen gaat een zogenaamde ”opdracht en toe-eigening” vooraf. In enkele punten zegt Costerus wat de geestelijkheid van de geestelijke mens niet is en wat deze wel is. In de voorrede klinkt ook zijn motivatie door: „Ons eenvoudig oogmerk moet wezen: zielen vangen en de mensen in de hemel brengen, onszelf behouden en die ons horen.” Daarbij noemt hij Perkins als zijn voorbeeld.

Wedergeboorte
De oorspronkelijke twee delen zijn samengevoegd in één band. In 62 leerredenen verklaart Costerus ons de geestelijke mens. Het eerste deel begint met een preek over Johannes 3:3, over de noodzakelijkheid van des mensen wedergeboorte en verandering. De tweede preek gaat over de onmacht van de mens, naar aanleiding van Johannes 6:44a.

Vervolgens komt de leer van de wedergeboorte uitvoerig aan de orde in vijf preken over Ezechiël 36:26 en 27. God belooft het nieuwe leven aan de bondgenoten in het genadeverbond. In de preken die volgen, beschrijft Costerus de geestelijke verandering van de mens aan de hand van de bekering van de stokbewaarder en de apostel Paulus.

Zo komt hij dan langs een bijbelse lijn uit bij de geestelijke mens. Deze tekent hij, in zijn strijd en aanvechting, aan de hand van Romeinen 7. In de preken over Romeinen 8 spreekt hij rijk over de geestelijke mens, die door de Geest wordt ondersteund. Op een levendige en pastorale toon verklaart hij hoe de Heilige Geest de gelovigen in al hun zwakheden te hulp komt: „Hebben wij bevonden dat wij aan het struikelen waren, en begonnen te bezwijken, doch dat wij werden opgeholpen, niet door enig mens of mensen aanspraak, maar door iets dat wij binnen in ons hart gevoelden, laat ons verzekerd zijn dat het de Heere was, Die door de invloed van Zijn Geest als door een sterke hand ons terugtrok, en voor een zwaardere val bewaarde.”

Het tweede deel begint met een verhandeling over de geestelijke mens op zijn droevigst. Costerus brengt niet alleen de oorzaken aan het licht waardoor de ziel van een geestelijk mens neergebogen en bedroefd kan zijn. Hij doet meer! En dat tekent nu juist deze oudvader. Heel praktisch geeft hij bijbelse raad. Christus is het medicijn. „Gaan onze gedachten over de wet, wordt onze ziel daardoor vernederd en bedroefd, hij moet daarin niet blijven hangen, maar die gedachten van de bedreiging der wet afleiden tot het vertroostende bericht van het Evangelie.”

Nut
Vol zijn de preken die gaan over de geestelijke mens op zijn best, in zijn rijkdom, in zijn laatste verwachting en in zijn einde. Van Christus te zijn, in leven en sterven, is de rode draad die door het tweede deel loopt. „Dit is dan het voorrecht van de gelovigen: dat zij van Christus zijn; dat zij Zijn eigendom zijn en Hem toebehoren. De Heere Christus komt ons dan in dit, dan in dat opzicht voor, doch hoe Hij ons ook voorkomt, de gelovigen zijn in datzelfde opzicht en onder diezelfde betrekking de Zijnen… Is Hij de Herder, de gelovigen zijn Zijn schapen…”

De uitgever heeft het druk- en bindwerk keurig verzorgd, zoals dat bij een boek van dit gehalte hoort. Wel vroeg ik mij af waar het alfabetische register van voornaamste zaken is gebleven, zoals we dit wel aantreffen in eerdere uitgaven, bijvoorbeeld die van I. J. Malga, Nijkerk, 1864.

Dit boek heeft de eeuwen door zijn zegenrijk nut al bewezen en behoeft dan ook geen aanbeveling. Met Costerus zeggen we: „Lees het dan, die lezenslust heeft, onpartijdig, met een leerzaam gemoed; beproef het aan het Woord des Heeren en vergelijk het met uw eigen bevinding, of de Heere het misschien zegene. De Heere geve u, hetgeen schrift noch schrijver u geven kan; Hij zij uw Leermeester, uw Leidsman, uw Vertrooster.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer