„Die besmetting moet van ons huis”
Je heet Van der Graaf en je woont al bijna twintig jaar met veel plezier in Harderwijk. Dan, op 6 mei 2002, wordt Pim Fortuyn vermoord. De vermoedelijke dader van de liquidatie blijkt in dezelfde plaats te wonen en dezelfde achternaam te hebben als jij. Complicatie: zijn naam en adres staan niet in het telefoonboek, maar jouw gegevens wel. „Noem het gerust een nachtmerrie.”
Op maandag 6 mei is het achtuurjournaal al drie minuten aan de gang als Ria van der Graaf (38) de tv aanzet. Ze valt midden in de macabere details van de moordaanslag in het Hilversumse Mediapark. Haar man, Ed van der Graaf (43), komt vijf minuten later binnen. „Net als iedereen waren we verbijsterd over wat er gebeurde. Eerst geloof je het niet. Wat later praatten we, ook net als iedereen, na over wat dit voor consequenties zou hebben.”
Twaalf uur nadat ze zich voor het eerst zorgen maakten over de gevolgen van de moord in het algemeen, blijken de effecten van de gruweldaad zich ook uit te strekken tot hen persoonlijk. Dinsdagmorgen tegen 10.00 uur belt RTL Nieuws. Of dit het telefoonnummer is van de familie E. van der Graaf. Dat klopt, zegt Ria. Of haar man ook thuis is. Nee, die is naar zijn werk, hij is marechaussee. „Ik dacht dat ik hen snel uit de droom had geholpen.” Niets blijkt minder waar. Even later gaat de bel. Een ploeg van RTL Nieuws aan de deur. Zelfde vraag. En: „Klopt het dat jullie van je bed zijn gelicht?” Nee, gelukkig niet.
Vanwege een afspraak is Ria de rest van de morgen afwezig. Iemand die ze ontmoet, zegt: „Ik ben blij dat ik niet in Harderwijk woon.” Ria: „Ik had nog geen enkel idee, had nog niet gehoord dat de dader uit Harderwijk kwam.” Na haar afspraak fietst ze langs een vriendin in de buurt en blijft daar even plakken, in de tuin vanwege het mooie weer.
Als ze om 14.00 uur bij haar huis aankomt, zijn er ongewoon veel mensen op straat. Druk gepraat. „Ik zette m’n fiets weg en had het gevoel dat ze naar me keken.” Even later verschijnen er buren aan het hek. Een buurvrouw vertelt dat ze diverse cameraploegen en verslaggevers de tuin uitjoeg. Als de oudste twee kinderen thuiskomen, meisjes van 15 en 16, brengen die ook een enge boodschap mee. „Je vader wordt gezocht”, kregen ze te horen. Vreemden vragen telkens: „Woont hier de moordenaar van Pim Fortuyn?”
Naarmate de middag vordert, begint de telefoon onafgebroken te ratelen. Vaak is de beller stil, soms is er een vraag. Of Volkert van der G. thuis is. Of Ria z’n vrouw is, of z’n zus. Telefoon en voordeurbel gaan nu om beurten. „Ik belde de politie met de vraag wat ik hiermee moest. Zodra er iets gebeurt 112 bellen, we zitten klaar, zeiden die. Daarna belde ik Ed, of hij niet wat eerder thuis kon komen. Ik moest vanaf 17.00 uur een avonddienst doen in een verzorgingshuis.” Haar man vertrekt eerder van z’n werk, maar een treinvertraging doet het tijdsvoordeel teniet. Ze spreken elkaar niet meer.
Op haar werk zegt een collega tegen Ria: „Ik zou maar een weekje Center Parcs doen. ’s Avonds om 21.45 uur belt haar man: of ze direct thuis kan komen. Daar zit een politieman, die vertelt dat hun naam, adres en telefoonnummer als daderinformatie op diverse internetsites staan die te maken hebben met de persoon van Pim Fortuyn. Abonnees van minstens drie providers kregen een anonieme mail die mensen aanzet tot maatregelen tegen de dader van de moord. „Doe er je voordeel mee.”
Inmiddels scholen in het donker mensen samen rond Hondsdrafmeen 24. Zes agenten houden het huis in de gaten. „Ik kan je maar één ding aanbevelen: tassen pakken en weg”, zegt de politieman binnen. Ria: „Op dat moment wilden we graag. Want er lopen zoveel zotten rond. Als ik denk aan de taferelen in Den Haag van diezelfde avond. Eén brandbom is voldoende. Ik gaf nog gauw een stapel fotoboeken bij een buurvrouw af.”
De beide meisjes, van narigheid bij elkaar op de kamer gekropen, zijn nog wakker, de zoon van negen wordt uit z’n slaap gehaald. „Tandenborstels, pyjama’s, hond en hondenbrokken. Een heel bizarre gewaarwording, om in het donker te worden afgevoerd in een bus van de marechaussee, met onbekende bestemming.” Haar man: „We hadden de keus: een hotel ergens ver weg, of op een plek met bewaking van collega’s. We kozen voor de laatste optie.” Na de nacht en morgen te hebben doorgebracht op een eerste locatie, verkassen ze woensdag naar een meer afgelegen plek in een bosrijk gebied.
Vol lof is de familie over de medewerking van de politie en de plaatselijke overheid, en de verzorging door de marechaussee. „De tafel wordt voor ons gedekt en afgeruimd.” De politie doet wat mogelijk is om de vergissing in het nieuws te krijgen: Hondsdrafmeen 24 in de wijk Stadsweiden is niet de plek waar de dader woont. De bewoners hebben niets met de moord van doen en zijn geen familie van de dader.
Diverse radio- en tv-zenders pikken de boodschap op, net als veel kranten op vrijdag. „Helaas viel de donderdag wat de kranten betreft uit. In de kerkelijke gemeente waar we anders zouden zijn geweest op deze Hemelvaartsdag, werd onze plotselinge verdwijning van de kansel gemeld. Het medeleven is hartverwarmend. Via onze contactpersonen werden we van veel kanten bemoedigd. Toen ik onze vriendin op tv zag pleiten, kreeg ik echt een dikke brok in m’n keel. We krijgen allemaal af en toe natte ogen.”
Wat zo’n ervaring met je doet, is de vraag. Ria: „Alle plannen lagen ineens in de war. Het is allereerst slopend voor je humeur. Ik was echt vreselijk chagrijnig over het feit dat je volledig buiten je schuld in zo’n slechte film belandt. Wat er met Fortuyn is gebeurd, is heel erg. Ik snap dat zijn nabestaanden en betrokkenen verslagen zijn, maar van die Diana-achtige taferelen begrijp ik niets. En dat zieke geesten dan zomaar jouw adres en verdere gegevens op internet kieperen, vind ik echt onvoorstelbaar.”
Op het moment van het gesprek willen de gezinsleden stuk voor stuk dolgraag naar huis. „Het is ook heel spannend om weer terug te gaan. We verwachten verder wel met rust te worden gelaten. We gaan liever niet zelf op de foto, want de nachtmerrie betrof vooral ons huis. Het huis was besmet, en die besmetting moet er zo snel mogelijk vanaf.”