„Zaak-Van Geene raakt vrijheid religie”
De zaak tegen Heinrich van Geene, leider van het omstreden Efraïm Genootschap, is belangrijk voor de vrijheid van godsdienst. Hoe ver mogen charismatische leiders gaan in hun uitspraken en handelingen?
Om die vraag gaat het, aldus mr. E. N. Bouwman, advocaat van Van Geene. De sekteleider moest donderdagmorgen voor de rechter in Dordrecht verschijnen. Zijn zaak werd nog niet inhoudelijk behandeld. Eerst wil de rechtbank nog drie getuigen horen. Het gaat om de heren Jonker (sektelid), Wursten (die zijn vrouw en dochter aan de sekte kwijtraakte) en Van der Vliet (ex-man van het overleden ex-sektelid Van den Berg).
Op last van de rechtbank wordt Van Geene door een psychiater en psycholoog onderzocht. De rapporten hierover zijn op 10 juni beschikbaar. Op 1 juli moet Van Geene opnieuw voor de rechter verschijnen.
De belangrijkste zaak die tegen Van Geene loopt, is die van de overleden Elisabeth van den Berg. Zij was enkele jaren lid van het Efraïm Genootschap en kreeg in die periode borstkanker. Zij mocht zich, naar eigen zeggen, van Van Geene niet laten opereren, omdat ze haar vertrouwen op God moest stellen. Toen ze later besloot zich toch te laten behandelen, was het te laat.
Volgens advocaat Bouwman gaat het in deze zaak om de vraag of bewezen kan worden dat Van den Berg door Van Geene onder druk is gezet of dat het haar eigen verantwoordelijkheid was om zich niet te laten opereren.
Bouwman: „Van Geene bediende zich ook van handoplegging. In hoeverre mag dat? Daar zijn geen juridische uitspraken over. Met deze zaak wil het openbaar ministerie een uitspraak uitlokken die belangrijk is voor de vrijheid van godsdienst.”