Bisdommen melden misbruik niet
De Rooms-Katholieke Kerk in Nederland houdt gevallen van seksueel misbruik geheim indien slachtoffers zelf geen aangifte doen. Ze worden niet gemeld aan het openbaar ministerie. Bisdommen blijken bovendien niet altijd op te treden tegen ontspoorde geestelijken. Over het algemeen zeggen de bisdommen weinig klachten over seksueel misbruik te kennen.
Dat blijkt uit een peiling die NRC Handelsblad afgelopen zaterdag publiceerde. De laatste zes jaar zijn bij ”Hulp en Recht”, het klachtenbureau van de Rooms-Katholieke Kerk, 196 meldingen binnengekomen van seksueel misbruik door geestelijken. Sinds 1995 zijn veertig klachten gegrond verklaard. Het gaat om verkrachting, pedofilie en ander „grensoverschrijdend gedrag” door geestelijken met personen in een afhankelijke relatie.
”Hulp en recht” meldt het misbruik zelf niet aan justitie. Het wijst wel op de mogelijkheid om naar justitie te gaan. Slachtoffers dienen zelf aangifte te doen, wat in de meeste gevallen echter niet gebeurt. Ook worden zaken niet in de publiciteit gebracht. Alle medewerkers zijn tot geheimhouding verplicht, behoudens die gevallen waar een wettelijke aangifteplicht geldt. Terwijl scholen wettelijk verplicht zijn vermoedens van seksueel misbruik te melden bij het openbaar ministerie en ook de zorgsector meldregelingen kent, weigeren de zeven bisdommen aangifte te doen, zo bevestigden woordvoerders.
Het meldpunt helpt slachtoffers van seksueel misbruik binnen een pastorale relatie en geeft bisdommen advies over tegen de daders te nemen maatregelen. Net als in de VS zijn in Nederland priesters die zich schuldig hebben gemaakt aan seksueel misbruik overgeplaatst, zonder dat verdere maatregelen werden genomen. Bisdommen zeggen meldingen en klachten wel serieus te nemen.
Bisschop Wiertz van Roermond weigert een priester die zich schuldig heeft gemaakt aan seksueel misbruik aan te geven bij justitie. „Het is onmogelijk dit tegen de zin van de klager te doen.”
Wiertz wijkt met dit standpunt af van dat van een groeiend aantal bisschoppen in de Verenigde Staten, waar dit jaar honderden gevallen van seksueel misbruik door priesters bekend werden. Onder druk van de slachtoffers en kerkleden hebben de aartsbisschoppen van onder meer Boston, New York en Los Angeles de namen van tientallen priesters doorgegeven aan de politie. Sinds begin dit jaar zijn in Amerika tientallen priesters geschorst of ontslagen wegens seksueel misbruik van minderjarigen.
Wiertz zei voorstander te zijn van aangifte, maar hij zei ook dat de klagers dit vaak niet wilden uit angst voor publiciteit. De bisschop noemde dit een te respecteren standpunt.
Kerkrechtdeskundige dr. R. Huysmans vindt het echter onvoldoende als de bisschoppen de beslissing over aangifte overlaten aan de slachtoffers. Dan blijft volgens Huysmans onduidelijk wat er binnen de kerk met de daders gebeurt.
M. Grandia-Fennema, begeleidster van slachtoffers van seksueel misbruik door een kerkelijk werker, pleitte er in het programma opnieuw voor dat ook geestelijken in zo’n geval voor de rechter moeten verschijnen. Naar aanleiding van door de Nederlandse bisschoppen zelf verscherpte regels sprak zij in maart de vrees al uit dat de Rooms-Katholieke Kerk daardoor nog meer delicten binnenskamers zal houden.
Of een priester die in de fout is gegaan, mag terugkeren, is volgens bisschop Wiertz „een heel individuele zaak. Sommigen niet, anderen wel.” Hij noemde het „infaam zo’n man opnieuw de kruisweg te laten gaan.” Wiertz voegde eraan toe ook alle begrip voor de slachtoffers te hebben. „Er is sprake van een groot verwerkingsproces bij beide partijen.”
Volgens kerkrechtdeskundige Huysmans kan een bisschop verantwoordelijk worden gehouden voor seksueel misbruik door een priester van wie bekend is dat hij zich daar eerder aan schuldig maakte.
Wiertz vindt dat een bisschop ook vertrouwen in zijn priesters moet houden. En als het toch opnieuw misgaat, „mag men mij ervoor ontslaan.”