Improviserend koken op één wankel pitje
Kampeerders die op reis gaan met een nagenoeg complete keukenuitrusting hoeven hun eetpatroon niet of nauwelijks aan te passen. Alles wat thuis kan, is op de camping ook mogelijk. Misschien met uitzondering van gerechten die urenlang moeten sudderen, omdat dan de gasfles zo snel leeg is. Voor mensen die zo weinig mogelijk mee willen nemen -bijvoorbeeld rugzak- en fietstoeristen- is koken iedere dag weer een avontuur. Improviserend met één pitje, lokale boodschappen en ingrediënten die liefst zo snel mogelijk gaar zijn.
In principe is het mogelijk om zonder kooktoestel op kampeervakantie te gaan, maar voor velen zal dat toch te minimaal zijn. Consequentie is immers dat er dan voor ieder kopje koffie of thee een restaurant of terras moet worden aangedaan. Voor de warme maaltijd geldt hetzelfde.
Wie de voorkeur geeft aan drie broodmaaltijden per dag en uitsluitend frisdrank drinkt, zal het prima zonder brander kunnen stellen. Maar voor veel kampeerders is het juist het toppunt van genoegen om aan het eind van een warme en welbestede dag in de luwte van de tent een welverdiende maaltijd in elkaar te knutselen. Daarbij is op z’n minst één brandertje en enig improviseertalent onontbeerlijk.
Zak aardappelen
Probleem één is de samenstelling van het menu. De minimale kampeerder heeft geen koelkast tot zijn beschikking en ruimte om overgeschoten spullen te bewaren is er ook niet. Liefst moet dus alles wat er voor de maaltijd wordt aangeschaft in één keer worden opgegeten. Een zak aardappelen, een kiloverpakking rijst, een net uien: het is allemaal al snel te veel. Zelfs een liter zuivel is misschien wel te royaal.
De enige oplossing is om klein in te kopen. Eenpersoonstoetjes, kant-en-klare salades van de groenteboer, voorgesneden groente: het is allemaal wat duurder, maar uiteindelijk bespaart het heel wat ergernis.
De te verwerken ingrediënten moeten bovendien liefst zo snel mogelijk gaar zijn. Bij het boodschappen doen is de kooktijd dus een factor van betekenis. Als er naast rijst die twintig minuten gekookt moet worden ook een soort beschikbaar is waarbij acht minuten volstaat, is de keuze snel gemaakt. Tijd gaat vaak voor smaak. Want het -op het Europese vasteland populaire- Campinggaz-flesje is zomaar leeg. En het is bepaald niet handig als dat gebeurt op het moment dat de rijst weliswaar gaar is, maar de rest van de maaltijd nog bereid moet worden.
Dus zijn bestanddelen die in een mum van tijd eetbaar zijn erg handig. Blikgroenten bijvoorbeeld: even verhitten volstaat, en volgens kenners is er met het vitaminegehalte niets mis. Peulvruchten zijn bovendien ideale opvullers: er vallen smakelijke maaltijdsalades mee te bereiden en ze doen het prima in pittige ’prutjes’ van allerlei slag. Vis -eventueel uit blik- doet het ook altijd goed.
Aardappels koken is iets waar de eenpitskok niet snel aan zal beginnen. Wie na een aantal dagen rijst en pasta toch heimwee krijgt naar de huiselijke piepers, kan heel goed uit de voeten met instantpuree. Een beetje melig, dat wel. Maar heel snel klaar en voedzaam. Wie bij het bereiden melk gebruikt, slaat twee vliegen in één klap: ook de zuivelbehoefte is gedekt. Bovendien weegt een eventueel overschietend zakje gedroogde puree nauwelijks iets en neemt het bijna geen plaats in.
Afwasronde
Probleem twee is dat de middelen die voorhanden zijn op alle fronten tekortschieten. De minimale kampeerder gaat natuurlijk met zo weinig mogelijk lichtgewichthuisraad op pad. Improviseren is dus de boodschap.
Een schaal om sla in te mengen zal aan de uitrusting allicht ontbreken. Eventueel zou daarvoor een pan gebruikt kunnen worden. Maar daarvan zijn er natuurlijk ook zo weinig mogelijk mee op reis gegaan. Grote kans dat de ene gevuld met dampende rijst in een slaapzak staat te wachten tot de saus in de andere klaar is voor gebruik. Een oplossing kan zijn om voor verschillende gangen te kiezen. Maak eerst de sla en eet die vervolgens op. Daarna is het tijd voor een afwasronde en het volgende gerecht.
Afwassen zonder afwasteil is een verhaal apart. Zeker in een niet altijd brandschone publieke keuken. De grootste pan kan vaak wel als noodteiltje fungeren. Een klein flesje afwasmiddel is onontbeerlijk, als het tenminste de bedoeling is ook vet- en tomatensausvlekken van borden en bestek te verwijderen. Wie een gaatje over heeft, zou kunnen overwegen een losse afwasborstelkop mee te nemen. Kun je erg veel gemak van hebben.
Kleine plastic flesjes en potjes zijn sowieso erg handig op een lichtgewichtvakantie. Overbodige fotorolletjeshouders kunnen prima dienen als peper- en zoutstel. Een flesje olie is handig om mee te bakken en te braden. Wie dol is op sla met een vinaigrette, neemt eenzelfde flesje met azijn mee. Van boter en margarine blijft op een warme dag niets over. Al zijn er tegenwoordig dubbelwandige en dus minder klimaatgevoelige boterbakjes beschikbaar. Ook nog betrekkelijk nieuw -maar voor mensen met weinig bagage waarschijnlijk te omvangrijk- is de zogenaamde skottelbraai: een soort wok op een poot die rechtstreeks op een gasfles kan worden aangesloten.
Wind
Behalve de eigen kookkunst is ook de wind een factor van betekenis bij het welslagen van een campingmaaltijd. Eenpitskampeerders zijn vaak genoodzaakt om buiten hun maaltje te bereiden. En daar waait het bijna altijd. Vanzelfsprekend zoekt de kok een plek op die zo beschut mogelijk is, maar windstilte valt bijna niet te realiseren. Het valt te overwegen om op zoek te gaan naar een lichtgewicht en oprolbaar windschermpje, dat helaas niet bij iedere buitensportzaak te koop is. Het neemt nauwelijks plaats in en het zorgt ervoor dat de hitte zo veel mogelijk daar blijft waar het hoort: onder de pan.