Dijkstal: Fortuyn is niet gedemoniseerd
VVD-leider Dijkstal vindt het volkomen misplaatst om een verband te leggen tussen de moord op Pim Fortuyn en uitlatingen die de lijsttrekkers tijdens de verkiezingscampagne hebben gedaan. De liberaal neemt het op voor de linkse lijsttrekkers, die het in de volkswoede moeten ontgelden.
„De vreselijke gebeurtenis moet niet worden teruggeredeneerd naar uitspraken uit de campagne. Daar moeten we voor oppassen”, zei Dijkstal voor de radio. „De campagne was van alle kanten hard, maar er zijn geen dingen gebeurd die niet door de beugel konden. Er is niet gedemoniseerd.”
Met name PvdA-leider Melkert en GroenLinks-voorman Rosenmöller hebben kritiek gekregen op de uitlatingen die zij hebben gedaan aan het adres van Fortuyn. Ze zouden volgens sommigen hebben bijgedragen aan een sfeer die heeft geleid tot de aanslag op Fortuyn.
Dijkstal signaleert dat de „emoties blijkbaar leiden tot het zoeken van een mikpunt.” Volgens de VVD-leider is dat niet terecht. „Er zijn sommige dingen gezegd die ik niet graag hoor, waarvan ik persoonlijk vond dat ze niet konden, ook door Fortuyn, maar er zijn geen grenzen overschreden.” Zo hebben de lijsttrekkers „willen vermijden Fortuyn als een rechts-extremist aan te duiden”, zegt Dijkstal. „Omdat hij dat natuurlijk ook niet was.”
In „het achteraf reconstrueren van iets dat niet is gebeurd”, schuilt volgens de VVD-leider een gevaar. „Het verslechtert de sfeer, terwijl we juist rust moeten bewaren.” Dijkstal maakt zich in dat verband zorgen over de bedreigingen die zijn geuit aan het adres van enkele lijsttrekkers. Zelf is hij niet bedreigd.
Dijkstal heeft tijdens de campagne, in tegenstelling tot de andere lijsttrekkers van de grote partijen, geen of nauwelijks harde taal gebezigd. Hij hamerde op de inhoud. Zijn afkeer van persoonlijke aanvallen op collega-partijleiders kwam hem op forse kritiek van de eigen achterban te staan.
Ook heeft hij zich voortdurend afgezet tegen de door de televisie geschapen „beeldcultuur.” Dijkstal verwierp de vorm en het decor van een aantal lijsttrekkersdebatten, zoals na de gemeenteraadsverkiezingen en in de pauze van de Soundmixshow. Maar dat neemt allemaal niet weg dat er volgens de VVD-leider toch vooral inhoudelijk is gedebatteerd.
In de jaren zeventig ging het er onder aanvoering van wijlen Joop den Uyl (PvdA) allemaal veel feller aan toe, memoreert Dijkstal. „Dit is een schijntje in vergelijking met die tijd van polarisatie, vertelde Hans Wiegel me deze week nog.”