Uit veel onderzoeken en commentaren blijkt dat het imago van de Rooms-Katholieke Kerk in de Verenigde Staten een geduchte knauw heeft gekregen. Toch meldt de protestantse onderzoeksgroep Barna Research Group (BRG) dat het kerkbezoek onder rooms-katholieken de laatste maanden aanzienlijk is gestegen: met 7 procent ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Onder de kerkleden met kinderen onder de 18 jaar was dat 10 procent.

Tegelijkertijd komt uit de studie naar voren dat de twijfel over hun persoonlijke overtuiging toenam. Het percentage rooms-katholieken dat zich „absoluut verbonden” weet met het christendom, nam af van 39 tot 30 procent. Dat is het laagste niveau in tien jaar. Onder ouders met kinderen onder de 18 daalde het percentage zelfs met 15 procent.

De onderzoeksgroep constateerde verder een daling van 10 procent waar het gaat om de waarde die rooms-katholieken hechten aan hun geloofsovertuiging voor hun leven. Het percentage dat zijn overtuiging als „zeer belangrijk” omschreef, nam af van 70 naar 64 procent. Het lezen van de Bijbel verminderde met 5 procent.

De resultaten tonen een „innerlijk waardenconflict aan”, zegt George Barna, voorzitter van de BRG. Volgens hem worden miljoenen rooms-katholieken geslingerd tussen hun persoonlijke overtuiging en hun emotionele loyaliteit aan hun kerk.

Details van de nationale studie werden donderdag gepresenteerd. Dat gebeurde terwijl de media de laatste ontwikkelingen rapporteerden over de geruchtmakende zaak-Paul Shanley, die vandaag voor de rechter kwam. De priester wordt beschuldigd van misbruik van een jongen in Boston. Ook ondersteunde hij een groepering die seks tussen kinderen en volwassenen promoot.