Theologen in debat in Amsterdams café
Is theologie een wetenschap of niet? In het Amsterdamse Filosofische Café Felix & Sofie kruisten dr. Gijsbert van den Brink en dr. Henri Krop dinsdagavond de degens over deze prangende vraag. Twee van hun publicaties waren de inzet. Na een uurtje debat bleken de uitgangspunten in ieder geval helder, maar toenadering was er niet.
Dr. Van den Brink publiceerde vorig jaar ”Een publieke zaak. Theologie tussen geloof en wetenschap”. Daarin stelde de Leidse dogmaticus dat de theologie zich zelfbewust moet presenteren in het publieke forum van de wetenschap én de openbare universiteit. Dat was moedig in de Leidse context, waar de objectiviteit en de rationaliteit van de wetenschap hoog in het vaandel staan en waar men geen raad weet met het wetenschappelijke karakter van een geloofsvak zoals dogmatiek.
De opponent van Van den Brink is dr. Henri Krop, die samen met H. J. Adriaanse en Lammert Leertouwer in 1987 ”Het verschijnsel theologie” schreef. Daarin plaatsten de auteurs vraagtekens bij de wetenschappelijkheid van de theologie. De wetenschap gaat immers over controleerbaarheid en toegankelijkheid, betoogt Krop in het Filosofische Café, „en dat is wat theologie juist mist.” Uiteindelijk komt de aap uit de mouw: je hebt er geloof voor nodig om de theologie wetenschappelijk te noemen. „Als je sociologie studeert, kun je na vier jaar tot de gemeenschap van sociologen toetreden en wetenschappelijk je zegje doen, maar dat geldt niet voor een vak als dogmatiek. Je kunt niet na vier jaar een master in de dogmatiek worden, want daarvoor is het geloof onontbeerlijk.”
Theologie is dus géén wetenschap, zo stelt Krop. Zijn argument: „Op grond van de huidige praktijk van wetenschap is theologie dat niet meer.” Debatleider drs. Jan Dirk Snel is er vlug bij: vroeger wel, maar nu niet meer? Krop: „Zo is het de filosofie ook vergaan. In de loop van de geschiedenis is de visie op wetenschap veranderd. Theologie is niet meer de respectabele wetenschap van vroeger.”
Dr. Van den Brink vindt dat Krop zich schuldig maakt aan het gebruiken van een sociologisch argument: „Theologie is door velen lange tijd als wetenschap gezien en sommigen hangen dat nog steeds aan, maar dat geldt kennelijk nu niet meer. De waarheid is echter niet door meerderheid van stemmen vast te stellen.” De Leidse dogmaticus beklemtoont de noodzaak om theologie een plaats te geven in een bredere context. Je mag niet ondergaan in „de dictatuur van de moderniteit”, namelijk dat er maar één vorm van rationaliteit is. De zwakte van het boek van Krop en de zijnen is volgens hem dat het niet de achterliggende vraag naar de aard en de praktijk van de wetenschap stelde. „Zo kom je niet op het spoor wat wel of niet wetenschappelijk is.”
Wetenschap moet de werkelijkheid interpreteren, zo vinden beide sprekers. Dat geldt voor de natuurwetenschap én voor de theologie, zo stelt dr. Van den Brink. „Verklaren wil zeggen: binnen een bepaalde context. Theologie heeft een zo groot mogelijk context gezocht, namelijk dat alles een verband of zin heeft en dat je wetenschap niet mag laten opgaan in het onderzoeken van één bepaald facet van de werkelijkheid.”
Krop vindt dat wetenschap altijd het probleem moet beperken, „oplosbaar” maken. „God is een onwerkbaar begrip voor de wetenschap. Dogmatiek is een prima bestaand discipline, met een belangrijk apparaat en nuttige tijdschriften, maar het is net zoals schaakregels: ze is slechts voor bepaalde groepen te hanteren, niet in wetenschappelijke zin algemeen toegankelijk.”
Van de Brink: „Maar hoeveel is er in de natuurwetenschap niet op gezag aannemelijk en hoeveel economische theorieën worden niet door geloof geleid? Dogmatiek voldoet aan kenmerken van wetenschap die niet afwijken van andere wetenschappen. Kenmerk van goede theologie is dat zij openstaat voor kritiek.”
Aan het einde van de avond is de zaal aan het woord. Iemand ergert zich aan de Leidse reductie van theologie tot pure wetenschap, zoals hij die bij Krop signaleert. Krop is onvermurwbaar: „De dogmatiek denkt vanuit een bepaalde geloofstraditie.”
„Filosofie toch óók vanuit een eigen traditie?” probeert Snel nog eens.
Krop: „Maar de filosofie wordt er niet door gebonden.”
Dr. Van den Brink concludeert uiteindelijk dat het belangrijk is om vanuit verschillende geloofstradities het gesprek over de waarheidsvraag aan te gaan. Dat mag voor hem samen met de joodse, de islamitische, de humanistische en de sciëntistische (eenzijdig wetenschappelijke benadering, red.) traditie. „Samen het gesprek over de waarheid aangaan op een openbare universiteit, waarom zou dat niet kunnen?”