„Echt discipelschap duurt een leven lang”
Het eerste openbare optreden van Jezus wordt gemarkeerd door het roepen van discipelen. Het afscheid staat in het teken van het bevel tot zending. Dat is nog steeds niet veranderd. Tot verloren zondaars zegt Hij: „Kom!”, tot verloste zondaars zegt Hij: „Ga!”
Met deze vergelijking opende J. Schotanus donderdag in Doorn de Zendingsdag 2005 van Het Zoeklicht. De kring rond het blad Het Zoeklicht, opgericht door Johannes de Heer, heeft tot doel de Schrift te onderzoeken „daarbij lettend op de tekenen der tijden.” Tijdens de zendingsdag stond gisteren vooral het werk van de African Inland Mission (AIM) centraal. Dagvoorzitter J. Schotanus, die zelf in Afrika zending bedreef, bepaalde de aanwezigen bij het verband tussen de roeping van de discipelen en het zendingsbevel aan het eind van het evangelie.
De toespraak werd gehouden door H. Keijzer, voormalig voorzitter van de Evangelische Zending Alliantie (EZA). Keijzer stelde dat de zendingsopdracht tussen twee zekerheden in staat: „Ten eerste verzekert Jezus dat Hem alle macht is gegeven en ten tweede belooft Hij met Zijn discipelen te zijn tot aan de voleinding van de wereld. Wel moet bedacht worden dat deze zekerheden alleen gelden voor degenen die dat bevel ook werkelijk opvolgen.”
Keijzer wees erop dat Jezus niet beveelt om bekeerlingen te maken, maar discipelen. „Echt discipelschap duurt een leven lang en is altijd in beweging. Stel dat de Heere nu van de hemel op de Nederlandse christenen neerziet, zou Hij ook beweging waarnemen? Of ziet Hij alleen maar dat mensen zich veilig opgesloten hebben in de hecht doortimmerde kerkelijke bastions?”
Keijzer hekelde het publieke zwijgen van christenen. „In Nederland is het not done om van het evangelielicht te getuigen, terwijl mohammedanen, boeddhisten en aanhangers van andere oosterse religies in de media alle ruimte krijgen om hun ideeën te etaleren.
Overal ter wereld zijn er opwekkingen, maar niet in het christelijke Westen. Geestelijke hoogmoed vervreemdde het Westen van de joodse wortels. De opdracht alle volken tot discipel te maken, wordt door westerse christenen maar bar slecht uitgevoerd. Mensenrecht nummer 1 zou moeten luiden: iedere ongelovige wereldburger moet ten minste één keer van de weg der verlossing in Christus gehoord hebben. Privilege nummer 1 voor iedere wereldbewoner zou moeten zijn dat er op loopafstand een christelijke gemeente is.
Terwijl hier in het Westen het individualisme ook in christelijke kringen verschrikkelijk heerst en het geestelijk leven, dus ook het zendingselan, smoort, groeien in landen van geloofsvervolging de gemeenten het snelst.”
AIM-medewerker Bert-Martijn Dijkstra informeerde de aanwezigen over het zendingswerk van enkele medewerkers in Afrika. Ester Engelberts werkt als verpleegster in een weeshuis in Kajiado (Kenia). Annemarie Boks werkte eerder in Congo, maar week vanwege het oorlogsgeweld uit naar Uganda. Zij werkt aan opleidingsprogramma’s voor aids-preventie. Winette Hubrechts leidt in Uganda een geestelijke retraitecentrum.
De uit Ierland afkomstige Samuel McConnel verzorgde een presentatie van zijn visitatiereis in Zuid-Sudan. In een interview met Leonie Dieleman uit Serooskerke bleek hoezeer het krijgen van post gewaardeerd wordt.
Dieleman, die zes jaar in Brazilië werkte en Portugees spreekt, zal binnenkort door de AIM naar Mozambique worden uitgezonden.
De zendingsdag werd opgeluisterd door de zang van twintig Sudanezen afkomstig uit de Sudanese Gospel Mission-gemeente in Houten.