Ook tweede voormalige topman Air Holland uit voorarrest
De rechtbank in Rotterdam heeft woensdag het voorarrest van voormalig topman van Air Holland, Paul G., geschorst. Hij moet zich wel beschikbaar voor justitie houden. Eerder was al de vroegere algemeen directeur Cees van D. vrijgelaten uit voorlopige hechtenis.
Beiden worden met nog andere personen verdacht van het witwassen van tientallen miljoenen euro’s drugsgeld. De twee voormalige directieleden van de inmiddels failliete luchtvaartmaatschappij ontkennen beiden overigens elke betrokkenheid bij het witwassen van drugsgeld.
De rechtbank beval woensdag ook dat staatssecretaris Schultz van Haegen (Verkeer en Waterstaat) en zakenman Erik de Vlieger in deze zaak bij de rechter–commissaris moeten getuigen. De rechters honoreerden daarmee een verzoek van de verdediging.
De betrokken advocaten willen duidelijkheid over hoe de staatssecretaris aan De Vlieger heeft kunnen vertellen dat de financiën van Air Holland mogelijk een dubieuze herkomst hadden. De Vlieger had destijds interesse om Air Holland over te nemen. Schulz van Haegen waarschuwde hem daarom, vertelt de advocaat van G., B. Nooitgedagt.
Schulz van Haegen heeft vanwege „de geruchten" de Inspectie voor Verkeer en Waterstaat gevraagd bij de toetsing en handhaving van de vergunningverlening van Air Holland op bijzonderheden en mogelijke strafbare feiten te letten. Maar daarbij zijn uiteindelijk geen gegevens gevonden die zouden duiden op een onrechtmatig verkregen herkomst van financiën, zo schreef minister Donner van Justitie eind januari aan de Tweede Kamer.
Uit het onderzoek van het Openbaar Ministerie (OM) blijkt dat in 2001 en 2002 geld vanuit Nederland via Groot–Brittannië en Luxemburg is witgewassen. Dat geld is vervolgens onder meer in Air Holland geinvesteerd, stelt justitie.
Het OM ziet G. als een van de financiële breinen achter de criminele organisatie die hier achter zou zitten. De belangrijkste missie van hem was om geldschieters te vinden, zodat het noodlijdende Air Holland kon blijven doorvliegen. Zo kwam hij volgens het onderzoeksteam ook terecht bij de Surinaamse familie G., die bij de handel in XTC–pillen betrokken zou zijn.
Paul G. heeft altijd gezegd dat hij niet op de hoogte was van mogelijke criminele activiteiten van deze betrokken familieleden. Eerder gaf de vorige advocaat van G. aan dat de vroegere financiële topman van Air Holland wel met koffers vol geld, bedoeld voor Air Holland, naar het buitenland is gereisd. Het leek G. de beste manier om het geld op buitenlandse rekeningen te storten, zodat Air Holland geen dubbele belasting hoefde te betalen, verduidelijkte advocaat Beg toen.