Woord en Daad ziet inkomsten stijgen
De inkomsten van Woord en Daad stegen in 2004 met 14 procent naar 19,4 miljoen euro. Dat blijkt uit het jaarverslag dat deze week verscheen.
Woord en Daad werkte in 2004 in twintig landen in Afrika, Azië en Midden-Amerika, met 34 lokale, christelijke partnerorganisaties. Er werden 200 projecten gesteund op het gebied van onderwijs, arbeid en inkomen en basisvoorzieningen.
Via het onderwijsprogramma bereikte Woord en Daad in 2004 ruim 40.000 kinderen en jongeren, en 3500 volwassenen. Dit onderwijs -voor het merendeel basisonderwijs en secundair onderwijs- werd grotendeels mogelijk gemaakt door sponsors uit Nederland, die bijna 30.000 kinderen financieel adopteerden.
Het programma ”Arbeid en inkomen” maakte in 2004 opnieuw groei door. Dit programma, waarbinnen jongeren beroepstraining en begeleiding naar de arbeidsmarkt ontvangen, bood beroepsonderwijs aan 2100 jongeren. Om de stap van onderwijs naar de arbeidsmarkt soepel te laten verlopen, zijn zogenaamde job- en businesscenters opgezet. Van deze arbeidsbemiddelingsbureaus draaiden er in 2004 acht. Dit aantal zal de komende jaren verder uitgebreid worden. De job- en businesscenters boden eveneens ondersteuning aan startende ondernemers.
Binnen het programma ”basisvoorzieningen”, dat een ondersteunende functie heeft ten opzichte van thema’s als onderwijs, arbeid en inkomen, werden wereldwijd 700.000 mensen bereikt met preventieve gezondheidszorg. Verder ontvingen 150.000 mensen medische behandeling en kon voor 30.000 mensen de drinkwatervoorziening verbeterd worden.
In 2004 besteedde Woord en Daad met de actie ”Aids raakt je” aandacht aan aids-preventie en zorg voor aids-patiënten.
De hulporganisatie verleende in 2004 noodhulp bij rampen, onder andere in Haïti, Liberia, de Filipijnen, Colombia en Zuid-oost-Azië. Waar mogelijk werd hierbij samengewerkt met ZOA Vluchtelingenzorg.
De inkomsten van 19,4 miljoen euro waren afkomstig van particulieren, scholen en kerken (13,5 miljoen euro), bedrijven (1,6 miljoen euro) en subsidiegevers en vermogensfondsen (4,3 miljoen euro).