Synode GKV aanvaardt in principe NBV
De generale synode van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) heeft zaterdag in principe de beslissing genomen de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) vrij te geven voor gebruik in de kerken.
Zaterdagmorgen behandelde de synode in eerste ronde het rapport van deputaten bijbelvertaling, ”De NBV als kerkbijbel”. Gaande de bespreking werd duidelijk dat geen van de 36 afgevaardigden pleitte voor afwijzing van de NBV.
„Waarom zouden we deze zaak nu niet meteen even afronden?” opperde ds. J. Ophoff (Zwijndrecht). „Volgens mij zitten de kerken hier echt op te wachten. Waarom zouden we niet vanmorgen al uitspreken dat zij de NBV vanaf heden kunnen gebruiken, en dat ze de besluittekst later tegemoet kunnen zien?”
De preses, ds. P. Niemeijer, benadrukte echter het belang van een zorgvuldige procedure. Tot een definitief besluit kwam het zaterdag daarom niet.
De preses constateerde evenwel dat „na afweging van al het materiaal dat in het rapport van deputaten bijbelvertaling en in hun reactie op de ingekomen stukken naar voren is gebracht, wij als synode dankbaar zijn voor het geschenk van de NBV en deputaten opdragen om een besluittekst voor te bereiden waardoor op korte termijn de NBV ten minste wordt vrijgegeven voor gebruik in de kerken, en waarin kerken en kerkleden worden opgeroepen om vanuit een positieve intentie hun bijdrage te leveren aan het door het Nederlands Bijbelgenootschap aangekondigde proces van evaluatie en revisie.” Applaus volgde.
Deputaten bijbelvertaling benadrukten dat zij hun rapport niet „laaiend enthousiast” hebben geschreven. „Ook wij hebben op onderdelen kritiek op de NBV. Maar de balans opmakend, zeggen we: Deze vertaling is zeer bruikbaar. En: een volmaakte vertaling zal op deze aarde nooit verschijnen.”
Deputaten ontraadden een periode van toetsing, zoals verschillende schrijvers van ingekomen brieven (ds. A. van der Sloot, ds. A. P. van Dijk, S. J. Sietsma c.s.) deze hadden voorgesteld. „We zijn ons er terdege van bewust dat kerkmensen nog niet zo lang kennis hebben kunnen nemen van de NBV”, merken zij in hun schriftelijke reactie op. „Dat er in de komende periode dus duchtig gestudeerd en vergeleken zal worden, is dan ook alleen maar goed. Dat hoort ook bij het je eigen maken van de vertaling. Toch pleiten we wél voor een vrijgeven in de eredienst. En niet voor een proefperiode - want terugdraaien zit er niet meer in. Maar het is geen kwestie van slikken of stikken. Juist omdat het NBG nu al een revisie heeft gepland (bij het NBG horen alle opmerkingen dus ook thuis), is er alle reden om vanaf het begin als kerken daaraan opgewekt mee te doen. En dan stimuleert het gebruik in de eredienst alleen maar om daar allemaal bij betrokken te zijn. Anders wordt het tot een zaakje van liefhebbers.”
De adviseurs van de synode, prof. dr. P. H. R. van Houwelingen en prof. dr. G. Kwakkel, stelden deputaten voor in de definitieve besluittekst een zin op te nemen als: „Alle aspecten afwegende, komen wij tot een positieve balans.”
De beide hoogleraren van de Theologische Universiteit in Kampen spraken hun grote waardering uit voor het deputatenrapport. „Wat zou het alternatief voor de NBV kunnen zijn?” vroeg dr. Van Houwelingen zich af. „Het eerste is: doorgaan met de Nieuwe Vertaling uit 1951. Maar het taalkleed daarvan is verouderd. Het tweede alternatief, een eigen vertaling maken, is onhaalbaar, maar ook onwenselijk: je brengt jezelf kerkelijk in een isolement. Het derde is kiezen voor de Willibrordvertaling, of de Groot Nieuws Bijbel. Maar over deze vertalingen kun je net zo kritisch zijn. De Herziene Statenvertaling dan? De uitgangspunten daarvan zijn niet erg helder. Ik denk in dit verband aan een schilderij van Rembrandt. Als je de kleding op dat schilderij aanpast, wat houd je dan nog over? Ik vrees dat de HSV te modern zal zijn om nog Statenvertaling te kunnen heten en te ouderwets om in onze kerken nog te kunnen gebruiken.”
De NBV biedt grote kansen, stelde hij. „Deze vertaling vrijgeven, zal betekenen dat in de kerk weer hetzelfde wordt gelezen als thuis en op school. In de tweede plaats: met de NBV staat de kerk midden in de samenleving. De NBV wordt in de krant geciteerd. En ten derde: wij zijn zo vertrouwd geraakt met een bepaalde vertaling, met bepaalde teksten, dat we vaak de oorspronkelijke zeggingskracht daarvan niet meer ervaren. Door de NBV te lezen, kunnen we de verrassing weer ervaren. Om het met kardinaal Danneels bij de presentatie van de NBV te zeggen: „God spreekt Nederlands.””
Zaterdagmiddag presenteerden achtereenvolgens deputaten integratie van mensen met een handicap en deputaten huwelijk en echtscheiding hun rapport. Inhoudelijke bespreking en besluitvorming hierover volgen op een later moment.
„Wie geen vreemde in Jeruzalem is”, zei voorzitter ds. J. H. Smit van het deputaatschap huwelijk en echtscheiding, „weet dat ”huwelijk en echtscheiding” vaak genoemd wordt in de rij zaken waarover verontrusting is ontstaan. Voorzover deze verontrusting de toename van echtscheiding in onze kerken betreft, staan wij volledig aan dezelfde kant. Wij pleiten daarom voor gehoorzaamheid aan Christus’ Woord. Voorzover de verontrusting ons werk betreft, is het oordeel aan u. Wel menen wij dat er sprake is van de echoput der verontrusting. Als je maar vaak genoeg roept huwelijk, komt er vanzelf iets terug: Huwelijk, huwelijk, huwelijk - gruwelijk.
Zo kwam een gemeentelid bij mij vragen wat de kerkenraad deed tegen het rapport van het deputaatschap huwelijk en echtscheiding. Op mijn tegenvraag: „En wat vind je er zelf van?” bekende de broeder dat hij het niet gelezen had. Toen ik ook nog uit de kast kwam als voorzitter van dit deputaatschap, werd de broeder enigszins bleek rond de neus. Hij zou zich tot de studie zetten. Met vertrouwen zien we uw evaluatie van ons werk tegemoet.”
„Wat God samengevoegd heeft, scheide de mens niet, dát is onze focus geweest in ons werk als deputaten”, aldus ds. Smit. „Hoe kunnen we als kerken dit Woord van Christus gehoorzamen en hoog houden? Terwijl de ontbinding van het huwelijk om zich heen grijpt?”