Adventisten krijgen erkenning in Eritrea
De Eritrese regering heeft de zevendedagsadventisten officiële regeringserkenning toegezegd.
Dat maakte het hoofd van de Eritrese delegatie bekend tijdens een bijkomst van de mensenrechtencommissie van de VN in Genève.
Volgens de organisatie Release Eritrea heeft dr. Amare Tekel, hoofd van de Eritrese delegatie, gemeld dat het registratieproces van de zevendedagsadventisten in werking treedt zodra het bureaucratisch apparaat de wijziging heeft ingevoerd. De erkenning volgt na intensieve lobbypogingen en is het resultaat van drie jaar wachten. De zevendedagsadventisten worden hiermee de vierde christelijke denominatie die officieel is erkend in het Afrikaanse land.
De activiteiten van de adventisten werden in 2002 verboden toen de regering van Eritrea beval alle kerken te sluiten behalve de orthodoxe, de rooms-katholieke en de lutherse kerken. Voor overige kerken bestond de mogelijkheid om alsnog officiële erkenning aan te vragen. De voorwaarden voor registratie zijn echter erg streng. Veel kerken die voor registratie in aanmerking komen, wachten al lange tijd op accreditatie.
De woordvoerder van de organisatie Release Eritrea, dr. Berhane Asmelash, zegt blij te zijn dat de regering van Eritrea de adventisten erkent. „Wel vind ik het zorgelijk dat andere kerken, die vroeger ook erkend werden, nu geregistreerd moeten worden.”
Sinds 2002 treedt de regering van Eritrea hard op tegen leden van niet-geregistreerde kerken. Kerkleden worden mishandeld, geïntimideerd en riskeren een gevangenisstraf. Volgens de Amerikaanse nieuwsdienst Christian Solidarity Worldwide (CSW) zitten inmiddels tenminste 400 christenen gevangen, vaak onder benarde omstandigheden. Sinds begin dit jaar zijn 240 christenen opgepakt. Op de lijst van christenvervolgende landen van de stichting Open Doors neemt Eritrea de zestiende plaats in.
De Eritrese regering ontkent de vervolging. Een regeringswoordvoerder noemde deze week de rapporten van CSW en andere mensenrechtenorganisaties „ongegrond.” In een interview met Agence France Presse benadrukte Yemane Gebremeskel, directeur van het secretarieel bureau van de president, dat „men geen vraagtekens mag plaatsen bij de geloofsbrieven van het land wat betreft religieuze rechten en religieuze tolerantie.” Volgens Gebremeskel worden personen die gearresteerd zijn „misschien vijf uur vastgehouden en vervolgens weer met een waarschuwing weggestuurd.”
Stuart Windsor, directeur van CSW in Eritrea, is blij met de erkenning van de zevendedagsadventisten, maar betreurt het dat deze geloofsvrijheid niet geldt voor andere Eritrese christelijke groepen. „Ook de weigering van de regering om te erkennen dat ze een probleem heeft met religieuze vrijheid, terwijl honderden christenen in de gevangenis zitten, laat zien dat er nog een lange weg te gaan is.”