MKB–Nederland wil strenger SER–advies WW
MKB–Nederland vindt dat werkgevers en de vakbeweging hun hervormingsplannen voor de WW in de Sociaal–Economische Raad (SER) moeten aanscherpen. „Wij hebben altijd gewaarschuwd dat het kabinet ons advies niet zou overnemen als we de afgesproken bezuinigingen niet halen", aldus coördinator sociaal beleid A. van Delft van de organisatie voor middelgrote en kleinere ondernemers vrijdag.
Volgens Van Delft wordt zijn vrees nu bewaarheid, aangezien minister Zalm van Financiën heeft gewaarschuwd dat volgens berekeningen van het Centraal Planbureau (CPB) het SER–plan niet voldoet aan de vooraf gestelde eisen. „Wij gaan niet meewerken aan een advies over de WW, waarvan wij nu al weten dat het niet wordt overgenomen. We moeten onszelf wel serieus nemen".
De vakbeweging en werkgeversorganisaties hebben vorig jaar november met het kabinet afgesproken dat zij in SER–verband met alternatieven mogen komen voor geplande bezuinigingen in de WW. De sociale partners willen dat graag, omdat zij onder meer vrezen dat jongeren en flexwerkers de dupe worden van de kabinetsplannen om de kortdurende WW af te schaffen.
Vorige week legden de kroonleden uit de SER een eindbod voor aan de vakbonden en de werkgeversorganisaties in het adviesorgaan. Dat moet nog worden goedgekeurd door een belangrijk deel van de achterban van de sociale partners. Van Delft vindt dat de kroonleden nu na de berekeningen van het CPB weer met een nieuw voorstel moeten komen.
In het liggende SER–plan krijgen mensen die werkloos raken twee maanden een uitkering van 75 procent van het laatstverdiende loon als zij in de laatste 39 weken minimaal 27 weken hebben gewerkt. Als werklozen hierna nog een beroep doen op de WW, krijgen zij 70 procent van hun laatste loon. De WW–uitkering gaat maximaal drie jaar en twee maanden lopen, tegen vijf jaar nu.
Volgens Van Delft kunnen flinke besparingen worden gehaald door de maximale duur van de WW enkele maanden in te korten. Ook zou het schelen als de uitkering direct begint op een niveau van 70 procent van het laatst loon.
VNO–NCW wil nog geen commentaar geven op de CPB–berekeningen, omdat de werkgeversorganisatie zich nog buigt over het eindbod van de kroonleden. Directeur sociale zaken J. van den Braak van VNO–NCW heeft al eens gezegd niet zeker te zijn dat zijn achterban het bod zal goedkeuren. „De duur van de uitkering mag korter en 70 procent van het laatstverdiende loon is genoeg".