Opinie

JSF en de positie van een demissionair kabinet

Door het vervroegd aftreden van het kabinet kon worden voorkomen dat de verdeeldheid binnen de PvdA over de JSF zich in het stemgedrag zou openbaren, schrijft drs. F. A. J. Th. Kalberg.

29 April 2002 14:24Gewijzigd op 13 November 2020 23:33
„In een demissionair kabinet heeft elke minister afzonderlijk een veel sterkere positie tegenover zijn ambtgenoten als het erom gaat iets tegen te houden.” Foto: premier Kok verlaat de Rijksvoorlichtingsdienst, waar hij zojuist uitleg heeft gegeven over d
„In een demissionair kabinet heeft elke minister afzonderlijk een veel sterkere positie tegenover zijn ambtgenoten als het erom gaat iets tegen te houden.” Foto: premier Kok verlaat de Rijksvoorlichtingsdienst, waar hij zojuist uitleg heeft gegeven over d

Het demissionaire kabinet-Kok heeft afgelopen vrijdag nog geen beslissing genomen over het al dan niet deelnemen aan de ontwikkeling van het Amerikaanse JSF-gevechtsvliegtuig. Het kabinet gaat in de komende dagen met de Verenigde Staten overleggen over de mogelijkheid om het contract pas over enkele maanden te tekenen.De minister-president gaf enkele argumenten om thans nog niet tot ondertekening van het contract over te gaan:

  • Voor ondertekening is het nu niet het verstandigste tijdstip. Het is nog maar enkele weken voor de verkiezingen. Bovendien is de Tweede Kamer tot op het bot verdeeld over het deelnemen aan die ontwikkeling. Precies de helft van de Kamer is voor en precies de helft is tegen.

  • Ondertekening over enkele maanden biedt de Amerikanen en het Nederlandse bedrijfsleven meer zekerheid. Als het huidige demissionaire kabinet zou ondertekenen, zou een volgend kabinet de beslissing terug kunnen draaien.

  • In het kabinet wordt verschillend gedacht over de ondertekening van het contract.

Toen minister-president Kok aan koningin Beatrix het ontslag van het voltallige kabinet aanbood, verzocht de Koningin al datgene te doen wat de demissionaire ministers in het belang van het koninkrijk achten. Hoewel ministers gedurende hun demissionair bewind voor het door hen te voeren beleid verantwoordelijk blijven -de strafrechtelijke ministeriële verantwoordelijkheid blijft onverminderd gelden- rijzen er met betrekking tot de politieke ministeriële verantwoordelijkheid enige vragen die uit staatsrechtelijke beperkingen voortvloeien. Gedurende de demissionaire fase kan geen politieke verantwoordelijkheid worden geëffectueerd. De kabinetskwestie kan niet worden gesteld. Moties van afkeuring baten niets.

Op zichzelf behoeft dit nog geen reden te zijn om de politieke verantwoordelijkheid te ontkennen. Immers, tijdens de demissionaire periode sluimert de ministeriële verantwoordelijkheid; zij vervalt voorzover de demissionaire bewindspersonen niet terugkeren; zij herleeft of wordt actueel als en voorzover de demissionaire bewindspersonen wél terugkeren. Dit is ook een juiste stelling voorzover het gaat om positieve daden van kabinet en ministers. Maar het is aanvechtbaar of men die politieke verantwoordelijkheid ook mag aannemen voor nalaten c.q. voor niet doen.

Ontslag
De ministerraad besluit bij meerderheid van stemmen. Artikel 9, lid 1, van het reglement van orde voor de Raad van Ministers luidt: „Indien een lid een besluit in strijd acht met zijn verantwoordelijkheid, geeft hij daarvan kennis aan de raad.” Dit veronderstelt dus dat een minister ontslag kan vragen. Deze veronderstelling vervalt zodra een kabinet demissionair is. Derhalve moet worden aangenomen dat de ministerraad niet kan besluiten tot enigerlei maatregel ten aanzien waarvan een der leden stelt dat die maatregel in strijd zou komen met zijn verantwoordelijkheid.

Men mag desnoods aannemen dat een demissionair kabinet, evenals een normaal kabinet, met meerderheid van stemmen besluiten kan nemen. Maar zo’n besluit van een demissionair kabinet vervalt zodra dan een der leden kennis geeft aan de raad dat hij dat besluit in strijd acht met zijn verantwoordelijkheid. Dit ligt opgesloten in het verband tussen de meerderheidsregel en artikel 9 lid 1 van genoemd reglement.

Als de Verenigde Staten tijdens het te voeren overleg gemotiveerd stellen dat er geen mogelijkheden zijn voor uitstel van ondertekening van het contract, dan staat het kabinet voor de cruciale vraag of het dan alsnog tot die ondertekening zal overgaan. Als bijvoorbeeld de bewindspersonen van D66 zich daartegen zouden verzetten met als argument dat zij die ondertekening in strijd achten met hun verantwoordelijkheid, dan kan het demissionair kabinet-Kok, ondanks dat een meerderheid van de bewindspersonen bereid zou zijn daaraan haar medewerking te verlenen, daartoe niet besluiten. Een dergelijk besluit kan in die situatie alleen worden genomen door een volwaardig kabinet dat actueel politiek verantwoordelijk is.

Het komt er dus feitelijk op neer dat een demissionair kabinet alleen dan met meerderheid kan beslissen als de leden van de raad eenstemmig zijn dat de raad terzake van enig besluit bij meerderheid mag beslissen. Dit is vermoedelijk ook wel de meest veilige weg, omdat logischerwijze elke minister in een dergelijke situatie kan komen en omdat het collegiale werken zou worden gefrustreerd als in een demissionair kabinet een meerderheid een besluit zou kunnen doorzetten tegen de wil van een minderheid, die niet meer kan dreigen met ontslag.

Voor de politieke verantwoordelijkheid heeft deze interne toestand van het demissionair kabinet ten gevolge dat ook bij terugkeer individuele ministers niet verantwoordelijk gesteld kunnen worden voor het achterwege gebleven zijn van besluiten, omdat bij het niet nemen van beslissingen het veto van één minister in feite doorslaggevend kan zijn geweest.

Tweespalt
Het bovenstaande komt er dus op neer dat in een demissionair kabinet elke minister afzonderlijk een veel sterkere positie heeft tegenover zijn ambtgenoten als het erom gaat iets tegen te houden en dat de meerderheid van een kabinet ook intern machteloos wordt zodra het ontslag van het kabinet is verzocht. Daarom behoort een kabinet ook alleen zijn ontslag aan de Koningin aan te bieden als dit beslist noodzakelijk is. Aangezien er in casu geen conflict bestond tussen kabinet en de Tweede Kamer en er ook geen sprake was van interne tweespalt binnen het kabinet, was het niet genoopt tot indiening van zijn ontslag aan het staatshoofd.

Het is weinig overtuigend wanneer een kabinet enkele weken voor de verkiezingen aftreedt wegens aanvechtbare beslissingen c.q. tekortkomingen van vorige kabinetten, terwijl een en ander al zeven jaar geleden bekend was. Het politiek gevolg van het NIOD-rapport had zich dan ook dienen te beperken tot het ontslag van de minister van Defensie, De Grave, in verband met de zogenaamde doofpotaffaire.

Overigens is het zeer opvallend dat het kabinet zijn ontslag nam precies op de dag dat de Tweede Kamer zou stemmen over het besluit van het kabinet tot deelneming aan de ontwikkeling van het JSF-gevechtsvliegtuig, terwijl het aanvankelijk van plan was pas aan het eind van die week weer bijeen te komen om over het NIOD-rapport een standpunt te bepalen. Als het op die bewuste dag in de Tweede Kamer tot een stemming zou zijn gekomen, dan zou waarschijnlijk niet de gehele Tweede-Kamerfractie van de PvdA tegen het kabinetsbesluit hebben gestemd.

Door het vervroegd aftreden van het kabinet kon dus worden voorkomen dat de verdeeldheid binnen de PvdA zich in het stemgedrag zou openbaren, hetgeen uiteraard afbreuk zou hebben gedaan aan het gezag van Melkert als fractieleider c.q. lijsttrekker van die partij.

De auteur is gespecialiseerd in staatsrechtelijke en politieke onderwerpen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer