CAO-coördinator A. Jongerius van de FNV waarschuwde vrijdag dat „de trein onherroepelijk richting actie” zal denderen als het niet snel beter gaat.

De werkgevers- en werknemersorganisaties kwamen vrijdag bijeen in het gebouw van de Sociaal-Economische Raad (SER) om de situatie aan de CAO-tafel te bespreken. In hetzelfde gebouw sloten de sociale partners vorig jaar november met het kabinet een Najaarsakkoord, waardoor vooral de hoogopgelopen ruzie over het schrappen van VUT en prepensioen werd gesust. Zo beloofde het kabinet dat werknemers op andere wijze nog belastingvriendelijk kunnen blijven sparen voor vervroegd pensioen.

Voorzitter J. Schraven van VNO-NCW constateerde na het overleg vrijdag dat alle geschilpunten weer terugkomen aan de CAO-tafel. „Dit is voor alle partijen een bron van irritatie en is geen goede beurt voor de polder.”

Volgens Jongerius zijn het de werkgevers die woordbreuk plegen, omdat ze niet meewerken bij het ombouwen van de huidige VUT- en prepensioenregelingen. De FNV’ster noemde de vastgelopen CAO-onderhandelingen in de bouw, in de metaal-elektro en bij bedrijven als Akzo Nobel, ING en Corus. „Maar ook als het kosteloos kan, zoals in de zorg. Ze willen er gewoon geld aan verdienen.”

Schraven stelde dat de doelstelling van werkgevers altijd al is geweest dat werknemers langer aan de slag blijven. „Dat het fiscaal mogelijk blijft om te sparen, betekent niet dat wij dat dan nu zomaar invullen. Dat wordt per sector en onderneming bekeken.”

Schraven en zijn collega’s L. Hermans en G. Doornbos van respectievelijk MKB-Nederland en LTO-Nederland verwijten op hun beurt de vakbeweging dat deze zich niet houdt aan de afspraak de loondoorbetaling in de eerste twee ziektejaren te beperken tot 170 procent. Volgens FNV en CNV kunnen zij wel degelijk meer vragen als zieke werknemers gestimuleerd worden om weer (meer) aan het werk gaan.

CAO-coördinator R. van Splunder van het CNV verweet de werkgeversvoormannen oogkleppen op te hebben. Hij wees erop dat het deze week is gelukt een CAO-akkoord te sluiten bij Unilever over het ziekengeld. „Een debat met de geweren op tafel is helemaal niet nodig.”

Bij Unilever krijgen werknemers weliswaar in de eerste twee ziektejaren gemiddeld meer dan 170 procent van hun salaris doorbetaald. Maar een winstpunt is volgens Schraven dat na zes maanden verzuim het loon zakt van 100 procent naar 90 procent. Daarmee wordt weer aan de wens van werkgevers voldaan om werknemers al in het eerste ziektejaar te laten voelen dat het loont om weer aan de slag te komen.