Niet legaliseren
Burgemeester Leers van Maastricht heeft in een paar jaar tijd de reputatie opgebouwd van een krachtig bestuurder: een man die niet benauwd is om misstanden aan te pakken. Voor de woede van voetbalsupporters en woonwagenbewoners ging hij niet opzij.Vandaar dat zijn pleidooi om de productie van softdrugs te legaliseren velen zal hebben verrast. Als CDA-kamerlid stemde hij destijds tegen dergelijke voorstellen.
Nu hebben we hier wel te maken met rare situaties. Coffeeshops mogen beperkte porties hasj verkopen. Anders dan in de buurlanden, wordt dat door de Nederlandse overheid gedoogd. Dat leidt ertoe dat de grensgemeenten veel overlast hebben van buitenlanders die hier komen aanschaffen wat in eigen land veel moeilijker te verkrijgen is. In Maastricht heeft men daar dubbel mee te maken. Zowel de Belgische als de Duitse grens is niet ver.
Maar voor iedere winkel geldt dat verkoop alleen mogelijk is op basis van inkoop. De inkoop van sofdrugs is echter illegaal, zoals ook de wietteler zijn activiteiten in het verborgene moet verrichten. Dat drijft de prijzen op en maakt het voor woonwagenbewoners en andere randfiguren aantrekkelijk om zich in deze sector te begeven. Zij hebben dan ook geen enkel belang bij legalisatie.
Leers wil wel die kant uit. Wanneer wiet een legale teelt wordt, net als die van sla of andijvie, bespaart dat de politie handenvol werk. Bovendien komt de wietproductie daarmee uit de criminele hoek. De overheid kan dan ook toezicht houden op de kwaliteit. In de gedachtegang van de Maastrichtse burgemeester is het nu eenmaal onmogelijk om het drugsgebruik uit te bannen en dus zit er niets anders op dan het (is0(
te legaliseren. Daarmee leggen we echter te gemakkelijk het hoofd in de schoot.
Onmiskenbaar zijn er grenzen aan de mogelijkheden die de overheid ook in de moderne tijd heeft om het gedrag van de burgers in te perken. Het alcoholverbod (de zogenaamde drooglegging) dat in Amerika en sommige Europese landen na de Eerste Wereldoorlog van kracht werd, liep op een mislukking uit. De onderwereld bleek er het meest van te profiteren.
Maar we moeten de strijd ook weer niet te gauw opgeven. Alcohol is en was meer verweven met de westerse maatschappij dan met drugs het geval is. En bij de bestrijding van het roken heeft de overheid de laatste decennia onmiskenbaar succes geboekt.
In plaats van een verdere legalisatie van de drugssector is er meer reden om de duimschroeven aan te draaien. Daar wordt ook aan gewerkt. Het aantal gedoogde coffeeshops wordt geleidelijk aan ingeperkt.
De drugsoverlast in de grensgebieden is juist een gevolg van het feit dat de regels hier ruimer zijn dan in de buurlanden. Naarmate dat verschil kleiner wordt, loont het minder om hier inkopen te doen.
Binnen Europa ligt Nederland al jarenlang onder vuur vanwege zijn liberale drugsbeleid. Het was de druk vanuit het buitenland die een verdere legalisatie van de drugssector blokkeerde. De grensgemeenten hebben er juist belang bij dat het verschil tussen het Nederlandse drugsbeleid en dat van de buurlanden niet groter wordt.