De ministers van Visserij van de EU–landen hebben daartoe maandag in Brussel de laatste stappen gezet. Het Europese bureau in de Spaanse kuststad Vigo moet over ongeveer anderhalf jaar toegerust zijn voor zijn taak. Het telt circa vijftig werknemers. Elk land krijgt een vertegenwoordiger in de bestuursraad van het agentschap, aldus een Nederlandse diplomaat.

Tot dusver blijkt de controle in EU–landen nogal te verschillen. Vissers in het ene land krijgen zelden controle op bijvoorbeeld de vangstmethoden en de hoeveelheid gevangen vis; concurrenten in het andere land worden juist nauwlettend gevolgd, tot hun grote ergernis.

Op den duur kunnen controleurs van het ene land gemakkelijker vissers inspecteren in een ander land.