Al ruim 21 jaar woont en werkt Kees Huizinga (49) als boer in Oekraïne. Maar de Russische invasie zette het leven van het uit Groningen afkomstige gezin volledig op zijn kop. „Overvliegende drones zijn angstaanjagend, maar het ergste is dat zeven medewerkers zijn gesneuveld. Dat is niet te compenseren.”
In de vroege ochtend van 24 februari 2022 krijgt de in Kischenzi –200 kilometer ten zuiden van Kyiv– woonachtige Huizinga onverwachts een telefoontje van zijn vrouw Emmeke, die op dat moment op de luchthaven van de hoofdstad is. Ze is voornemens om voor een paar dagen naar Nederland te vertrekken, maar vertelt dat de vlucht is geannuleerd.
Al snel wordt duidelijk waarom. Even na vijf uur lokale tijd klinken in Kyiv explosies en ook op het vliegveld zijn beschietingen te horen; het begin van Poetins aangekondigde „speciale militaire operatie”.
„Met Poetin kun je geen afspraken maken; Russen gaan pas praten als ze halfdood op de grond liggen” - Kees Huizinga, boer in Oekraïne
Voor het gezin breekt een moeilijke periode aan. „We waren er mentaal op voorbereid, maar hadden niet verwacht dat het ook daadwerkelijk zou gebeuren. Het is verschrikkelijk om je kinderen –twee dochters van destijds 11 en 12– te moeten vertellen dat het oorlog is.”
Nog dezelfde dag gaan ze samen met hun moeder terug naar Nederland. „We hadden van tevoren afgesproken, dat als er wat zou gebeuren, zij weg zouden gaan. Ik zou hier blijven, omdat ik mijn bedrijf niet zomaar achter kan laten. Dat zou zijn als een kapitein die zijn schip verlaat.”
Suikerbieten
Huizinga, die Nederland verruilde voor Oekraïne vanwege de goede zwarte grond en enorme percelen, is mede-eigenaar van een boerenbedrijf met 15.000 hectare akkerbouw waarop hij onder meer tarwe, uien en suikerbieten verbouwt. Daarnaast heeft hij 2500 koeien en 600 varkens. Ook heeft hij zo’n 450 medewerkers in dienst; voor Nederlandse begrippen een enorme onderneming.
„Het is verschrikkelijk om je kinderen te moeten vertellen dat het oorlog is” - Kees Huizinga, boer in Oekraïne
Na het uitbreken van de oorlog gaat het werk door, al is de impact aanzienlijk. „Regelmatig vliegen er raketten en kamikazedrones over. Dat geluid is angstaanjagend, zeker omdat je weet dat daar een bom van 50 kilo aanhangt.”
Dat er altijd gevaar is, heeft Huizinga ook ondervonden. „Vorig jaar vielen de brokstukken van een raket op mijn land en in het stadje Uman –op slechts 20 kilometer afstand– zijn twee jaar geleden verschillende kruisraketten ingeslagen. Daarbij zijn 23 mensen omgekomen.”
De landbouw wordt eveneens hard geraakt, zegt de boer. „Vooral in de eerste twee jaar, omdat de Zwarte Zeehavens geblokkeerd waren door de Russen. En omdat zo’n 80 procent van de productie bedoeld is voor export en transport hoofdzakelijk over zee gaat, konden Oekraïense boeren hun producten moeilijk van de hand doen.”
Vrachtwagen
Dat geldt ook voor Huizinga. „De producten moesten per trein of vrachtwagen vervoerd worden, maar dat gaat veel langzamer en kost ook meer. Normaal ben ik voor het transport zo’n 25 euro per ton kwijt, terwijl vervoer per vrachtwagen of trein zo’n 100 euro per ton kost.”
Inmiddels is het transport via de havens bij Odessa weer op gang gekomen. Dat is mogelijk doordat Oekraïne de Russische Zwarte Zeevloot heeft aangevallen. Rusland heeft de schepen die niet verwoest zijn teruggetrokken.
Ook van de aanvallen op het elektriciteitsnetwerk heeft Huizinga last. „Op dit moment gaat het redelijk, maar een paar maanden geleden hadden we twee uur stroom en vervolgens vier uur niet.” Om ervoor te zorgen dat zijn bedrijf niet stil komt te liggen, heeft de boer daarom noodstroomgeneratoren gekocht.
Het bedrijf moet ook zo’n vijftig medewerkers missen omdat ze dienen in het leger. Sommigen werden opgeroepen, anderen zijn vrijwillig gegaan. „Inmiddels zijn al zeven mannen gesneuveld. Dat is vreselijk. Het verlies van deze jongens is niet te compenseren.”
Humanitaire hulp
Of hij zelf heeft overwogen naar het front te gaan? „Je denkt er weleens over na, maar de landbouw moet ook doorgaan. Bovendien probeer ik op mijn manier een goede bijdrage te leveren. Zo besteed ik een deel van mijn opbrengsten aan humanitaire hulp en vlog ik om aandacht te vragen voor de situatie aan het front.”
Ook is Huizinga actief voor Stichting De Leeuw Kyiv, een organisatie van Nederlandse ondernemers die in 2006 werd opgezet om Nederlandse taal- en cultuuronderwijs in Oekraïne te simuleren. Inmiddels is de stichting volledig gericht op humanitaire hulp.
Aan het begin van de oorlog ging het vaak om kleding en voedsel. Tegenwoordig vinden steeds vaker auto’s en noodgeneratoren hun weg naar het slagveld. „Je moet het zo zien, de jongens zitten vijf dagen aan het front en hebben dan een paar dagen rust. Dan is het goed dat ze een auto tot hun beschikking hebben. De voertuigen worden bovendien gebruikt om gewonden te transporteren. Een auto kan hier echt het leven van een soldaat redden.”
Kan Oekraïne niet beter met Rusland onderhandelen over een vredesovereenkomst? „Absoluut niet”, vindt Huizinga. „Met Poetin kun je geen afspraken maken. Russen zijn helaas pas bereid te praten als ze halfdood op de grond liggen. En gebieden afstaan is ook geen optie. In 2014 werd Oekraïne gedwongen de Krim af te staan. Toen was het een jaar of zeven rustig en nu zitten we weer midden in een oorlog. Dat zal in de toekomst niet anders zijn. Als Oekraïne nu opgeeft, betekent dat het einde van het land.”