Het vijftigjarig bestaan van de Moermanvereniging wordt komende zaterdag groots gevierd, met een congres waarop bekende hoogleraren spreken. Voor Roland Lugten, arts integrale oncologie, is het een bemoedigend teken.
Over enkele dagen wordt hij 69 jaar, maar drs. Roland Lugten denkt nog niet aan ophouden. De arts uit Gouda heeft een grote patiëntenkring, voornamelijk mensen met kanker, die hij behandelt volgens de principes van de integrale oncologie.
Hoewel onder reguliere medici de weerstand tegen zogeheten Moermanartsen nog altijd groot is, ziet Lugten, voorzitter van de medische adviesraad van de Moermanvereniging, de laatste jaren wel een kentering. Veelzeggend is de belangstelling voor de Academy for Integrative Medicine, een postdoctorale opleiding voor artsen die meer willen weten over de betekenis van onder meer voeding en leefstijl. „Het zegt ook wat dat bekende hoogleraren zoals Andrea Evers en Jaap Seidell bereid zijn te spreken op het jubileumcongres van de Moermanvereniging. Daarmee steken ze hun nek uit. Een andere positieve ontwikkeling is dat tegenwoordig heel veel onderzoek wordt gedaan naar de invloed van het microbioom, de darmflora, op ziekte en gezondheid.”
Integrale oncologie
De arts uit Gouda, die twaalf jaar samenwerkte met huisarts en Moermanarts Albert Ronhaar, staat niet negatief tegenover de reguliere geneeskunde. Dat is een wezenlijk verschil tussen Moerman en de hedendaagse medici die in zijn spoor verdergingen. „We noemen ons niet voor niets artsen integrale oncologie. Voeding en leefstijl zijn heel belangrijk in het voorkomen van kanker, de bestrijding van de gevolgen ervan en het verminderen van de bijwerkingen van chemotherapie, maar zeker in de acute fase is de reguliere therapie onontbeerlijk. Mensen met een kwaadaardig gezwel die zich uitsluitend door mij willen laten behandelen, moet ik teleurstellen.”
In de praktijk van Ronhaar raakte Lugten overtuigd van het nut van de Moermantherapie. „Ik zag hoe de conditie van kankerpatiënten enorm verbeterde door de voeding, vitamines en mineralen die hij voorschreef.” Zelf volgde hij naast zijn specialisatie tot huisarts een opleiding acupunctuur. Later bekwaamde hij zich in de klassieke homeopathie, natuurgeneeskunde en neuraaltherapie. „Vanuit de opvatting dat je als arts al het mogelijke moet doen om je patiënten te helpen. Als westerse therapieën niet helpen, moet je verder kijken dan je neus lang is. Ik ben geen regulier arts of alternatief arts, maar gewoon arts, die in zijn werk gebruikmaakt van een breder arsenaal dan de westerse geneeskunde.”
Als westerse therapieën niet helpen, moet je verder kijken dan je neus lang is - Roland Lugten, arts integrale oncologie
Zelfgenezend vermogen
Het combineren van verschillende therapieën is volgens Lugten mogelijk door het grondig bestuderen van achterliggende denkbeelden en verricht onderzoek. „Dan zien je dat ze elkaar niet uitsluiten, maar aanvullen. De traditionele geneeskunde gaat uit van een sterke verbinding tussen mens en aarde. Misbruik je de aarde, dan word je ziek. De waarheid daarvan zien we meer en meer bevestigd, onder meer door de sterke toename van de ziekte van Parkinson. Die is zo goed als zeker het gevolg van landbouwgiffen.”
Voor kanker geldt eenzelfde relatie, stelt de arts uit Gouda. „Als artsen integrale oncologie zijn we met Moerman van mening dat tumoren ontstaan door een verstoring van het zelfgenezend vermogen. Die verstoring wordt veroorzaakt door de toename van giftige stoffen in het lichaam, met als gevolg een aangetaste celstofwisseling. Op basis van de huidige kennis spreken we over laaggradige ontsteking. Die krijg je als het immuunsysteem toxines uit het lichaam probeert te werken. Daarover weten wij veel meer dan Moerman destijds. Ook het inzicht in het ontstaan van kanker en de betekenis van bepaalde voedingsmiddelen is toegenomen. Zo was Moerman tegen paddenstoelen. Intussen weten we dat een aantal paddenstoelen heel belangrijk zijn voor het verbeteren van het immuunsysteem.”
Hoopgevend
Het frustreert een deel van de leden van de Moermanvereniging dat de artsen integrale oncologie de Moermanmethode niet als primaire therapie tegen kanker zien. „Dat is het verschil tussen leken en artsen. Moerman was ervan overtuigd dat hij met zijn methode kanker de wereld uit zou helpen. Dat bleek niet het geval te zijn. De kans dat je kanker met zijn methode geneest is minimaal. Iemand uitsluitend met chemotherapie behandelen vind ik evenmin wenselijk. Je moet het lichaam helpen bij het optimaliseren van het immuunsysteem voor een goed herstel na de aanslag door chemotherapie.”
Je moet het lichaam helpen bij het optimaliseren van het immuunsysteem voor een goed herstel na de aanslag door chemotherapie - Roland Lugten, arts integrale oncologie
Het ideale plaatje is voor Lugten een gezamenlijk optrekken van oncologen en artsen integrale oncologie. „Dat gebeurt helaas nog niet. In een aantal ziekenhuizen zijn wel poliklinieken voor integratieve zorg gekomen, dat is een stap in de goede richting. Hoopgevend is ook dat een deel van mijn patiënten naar mij is verwezen door een huisarts. Door oncologen gebeurt dat nog niet. Mogelijk omdat het problemen met hun collega’s kan opleveren.”
Stap voorwaarts
Het dieet dat Lugten adviseert, de supplementen die hij voorschrijft en eventuele aanvullende therapieën verschillen per tumor en zijn ook afhankelijk van de reguliere therapie die wordt aangeboden. Bij veel van zijn patiënten is er sprake van gevorderde, uitgezaaide kanker. „Ook bij hen zie ik de kwaliteit van leven bijna altijd verbeteren. Ze zijn minder moe, hebben minder pijn, slapen weer beter en hebben minder last van de bijwerkingen van de chemotherapie die ze krijgen. Dat is al een enorme stap voorwaarts. Ze blijven vaak ook langer in leven dan hun oncoloog verwachtte. Bij een kleine minderheid treedt volledige genezing op.”
Het is volgens de Goudse arts lastig om vast te stellen welk onderdeel van de therapie de verbetering bewerkt. „Dan heb ik het nog niet over het placebo-effect. Dat speelt altijd een rol, in welke therapie dan ook. Ik moedig mijn patiënten altijd aan om hun oncoloog te vertellen dat ze ook bij mij onder behandeling zijn. Als die wil weten wat ik voorschrijf, zet ik dat op papier. Ik zie oncologen niet als concurrenten, maar als collega’s.”