Heel wat chemicaliën die worden gebruikt om voedsel te behandelen of verpakken, zijn terug te vinden in het menselijk lichaam. Een groep onderzoekers bracht die lijst in kaart.
Je kunt denken aan een snijplank of een pollepel, maar vooral aan heel veel verpakking. Ons voedsel komt aan de lopende band in aanraking met materialen waar chemicaliën in zitten. ”Food contact chemicals”, heten die in jargon. En een deel van die chemicaliën lekt weg, via het eten het menselijk lichaam in.
Dat principe is bekend; geregeld worden de vreemdste verbindingen in mensen aangetroffen. Een systematische studie geeft nu inzicht hoe duizelingwekkend lang die lijst is. Zwitserse onderzoekers legden een lijst van bijna 15.000 bekende food contact chemicals naast een aantal grote onderzoeken voor biomonitoring over de hele wereld. Bij zulke biomonitoring wordt gekeken naar allerlei soorten lichaamsmateriaal, zoals haar, bloed of urine, om te analyseren welke stoffen daarin te vinden zijn.
Dat leverde een match op in 3601 gevallen, rapporteren ze in het onderzoekstijdschrift Journal of Exposure Science & Environmental Epidemiology. Die stoffen zijn dus met zekerheid in het menselijk lichaam terechtgekomen. Van enkele van die stoffen is met zekerheid te zeggen dat ze schade aanrichten, maar van het overgrote deel is domweg niet bekend wat ze in het lichaam doen. In veel gevallen is het nooit onderzocht. Soms gaat het om nieuwe stoffen, terwijl de effecten van zulke chemicaliën zich vaak pas op de lange termijn laten zien.
Probleem
De onderzoekers hebben hun vondsten toegevoegd aan een database van het Food Packaging Forum , een organisatie die de effecten van verpakking op milieu en gezondheid in kaart brengt. Ze hopen dat hun bevindingen zo gebruikt kunnen worden om de veiligheid van materialen die in aanraking komen met voedsel te verbeteren. „Dit werk toont aan dat deze materialen niet volledig veilig zijn”, zegt Jane Muncke, een van de auteurs.
Het onderstreept ook weer hoe groot het probleem is, zegt analytisch chemicus Marja Lamoree, hoogleraar aan de Vrije Universiteit, die niet zelf betrokken was bij de studie. „Als je mij vooraf had gevraagd om hoeveel stoffen het ging, zou ik het in de honderden hebben geschat, niet in de duizenden. En ik denk dat dat geldt voor heel veel mensen in het veld. Er is zo veel waarvan we niet weten wat het doet, maar we krijgen het wel binnen.”
„Er is zo veel waarvan we niet weten wat het doet, maar we krijgen het wel binnen” - Marja Lamoree, hoogleraar Vrije Universiteit
De hoeveelheid verschillende stoffen is reden tot zorg op zich, vindt Lamoree. „Al die stoffen kunnen elkaars werking ook beïnvloeden. Het wordt op die manier heel onoverzichtelijk. Reductie van het aantal stoffen is dan ook een van de eerste stappen die je wilt nemen. Het is ook niet nodig om zo veel verschillende chemicaliën voor verpakkingen te hebben.”
Hoewel van de meeste van deze synthetische chemische verbindingen niet duidelijk is welk effect ze op de gezondheid hebben, is er wel een lange lijst van aanwijzingen dat dit effect aanzienlijk zou kunnen zijn. Lamoree noemt als voorbeeld een onderzoek naar vruchtbaarheid in een ivf-kliniek. „Het leek er sterk op dat hoe meer een vrouw was belast met chemicaliën, hoe moeilijker de ivf-behandeling werd.”