„Pluraliteit gemeenten niet onkritisch toejuichen”
„Wanneer we de pluraliteit van gemeenten in de Protestantse Kerk in Nederland onkritisch toejuichen, kunnen we dan nog wel kritisch staan in die kerk? Hoe en waarin zullen we de PKN, gegeven haar plurale praktijk, nog op haar gereformeerde wortels kunnen aanspreken als we pluraliteit als uitgangspunt nemen?”
Dat zei dr. ir. J. van der Graaf zaterdag tijdens een studiedag van de IZB over de pluraliteit van de kerk. Aanleiding voor de discussie was de vorig jaar verschenen dissertatie van dr. R. de Reuver met de titel ”Eén kerk in meervoud”.
Van der Graaf, die sprak over het begrip katholiciteit -in de betekenis dat beleden wordt dat er één heilige, algemene christelijke kerk is-, zei bij de kerkfusie van de PKN dat woord nauwelijks te durven gebruiken. Het enige unieke aan de PKN is volgens Van der Graaf dat lutherse en gereformeerde stromen, stammend uit de Reformatie, in één grondslag zijn opgenomen. „Voor het overige is de PKN een uitvergroting van de Hervormde Kerk, mogelijk geworden doordat de Gereformeerde Kerken in confessioneel opzicht de Hervormde Kerk hadden ingehaald of zelfs achterhaald. Als zodanig was er voor degenen die een voluit gereformeerde kerk voorstaan enerzijds geen reden tot grote vreugde, maar anderzijds ook geen principiële reden om zich buiten de nieuwgevormde kerkelijke gemeenschap te begeven.”
Dat geldt volgens Van der Graaf zeker als bedacht wordt dat de PKN in het grondslagartikel uitgaat van het gezag van het Woord Gods. Volgens hem zijn er wel vragen als het gaat om de interpretatie van dat Woord. „In het licht van visies op de aard van het schriftgezag, en in de spiegel van wat de kerk in haar oerbelijdenissen betuigt en wat in de traditie van de kerk der eeuwen onopgeefbaar was, zou ik de fusie die totstandkwam pseudo-katholiek willen noemen.”
Van der Graaf vindt dat de PKN in haar grondslag geen plurale kerk is, maar wel in afgeleide zin. „Dan is er ruimte voor een diversiteit aan meningen, visies, die niet op één noemer zijn te brengen. Die pluraliteit voltrekt zich op het gebied van de ambten, de sacramenten, de levensverbintenissen en verschillen in leer en leven, in geloof en ethiek. In de praktijk en in afgeleide zin is de PKN pluraal, niet minder dan de Hervormde Kerk dit de jaren door, ook na 1951, is geweest; eerder meer.”
Van der Graaf kritiseerde dr. De Reuver omdat hij in zijn proefschrift te onkritisch de pluraliteit van de gemeente toejuicht en deze zelfs als de roeping van de kerk ziet. „Ik vraag mij af of hij zichzelf en anderen zo nog voldoende grond onder de voeten geeft om kritisch te staan in de plurale praktijk van de Protestantse Kerk in Nederland. Is er nog ruimte voor het profetisch-kritische? Hoe en waarin zullen we de PKN, gegeven haar plurale praktijk, nog op haar gereformeerde wortels kunnen aanspreken als we pluraliteit als uitgangspunt nemen?”
Dr. De Reuver, predikant van de PKN in Boskoop, hield echter staande dat de pluraliteit door God gegeven is en uitdrukking is van het gezamenlijk verstaan van de waarheid in Christus.
Volgens Van der Graaf heeft Rome de katholiciteit van de kerk in naam voor zich opgeëist, maar is de Reformatie in confessie katholiek gebleven. „Met het badwater van een valse oecumene mag het kind van de katholiciteit niet worden weggeworpen. Gereformeerd is katholiek, in confessie tenminste. Maar scheidingen baarden hier telkens nieuwe scheidingen. De gereformeerde kerkelijke wereld is eerder schismatiek dan katholiek. In de PKN loopt de kersverse scheur dwars door de hervormd-gereformeerde gemeenten.”
De katholiciteit is in gereformeerde kring vaak confessionalistisch ingesnoerd, stelde Van der Graaf. „Ik durf daarom nog een stap verder te gaan en te zeggen dat de gereformeerde gezindte, althans in de Nederlandse situatie, antikatholiek is. Dat anti heeft te maken met antiroomse ressentimenten en ook met afweer van de oecumenische beweging. Maar gezien de dramatische spanningen en scheuringen die ook in onze tijd de kop opsteken, vraag ik me soms vertwijfeld af of het antikatholieke niet is gegeven met de confessie zelf.
De gereformeerde confessies, die ik van harte bijval, betekenden immers ten opzichte van de oorspronkelijke symbolen een aanmerkelijke uitbreiding en een verregaande precisering. De kenmerken van de ware kerk zijn daarna in de afzonderlijke gereformeerde denominaties zodanig uitvergroot dat er nog nauwelijks van katholiciteit sprake kan zijn. Uit verlegenheid wordt dan gevlucht in de onzichtbare kerk.”
De voormalige algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond zei zich verder te verbazen over de onkunde die er bij veel mensen is over wat er in de Nederlandse Hervormde Kerk te koop was. „Zijn mensen wel op de hoogte van wat er 10 kilometer verderop gebeurt? Als we in de PKN niet beseffen dat we tot het geheel van de kerk behoren, dan hoeft er niets te gebeuren of het zal voor de tweede keer gebeuren: we vertrekken. Ik had nooit gedacht in hervormd-gereformeerde kring, waar we ten principale zo tegen afscheiding waren, een dergelijke scheur mee te maken. Dat kan ik niet klein krijgen.”
Ds. P. L. de Jong, hervormd predikant in Rotterdam-Delfshaven, zei als synodelid het Samen op Weg-proces vrij kritisch te hebben gevolgd. „Maar na jarenlang gekissebis over tal van zaken merk je dat we aan de echte missie van de kerk niet toekomen, vooral als je terugkomt in de eigen gemeente. De bijbelse opdracht tot eenheid van de kerk is voor mij hét argument om de eenheid te zoeken.” Een tweede argument is voor hem het historisch argument dat hervormden en gereformeerden een einde gemaakt hebben aan hun „huishoudelijke twist” (Van Ruler).
Als derde argument noemde de predikant het ecclesiologische. „Als we nog langer wachten op de eenheid, zou die ene kerk er niet meer komen en zou iedereen zijn eigen kerk hebben. De kerk is voor mij die ene kerk van Jezus Christus, met een breed dak. We hebben elkaar gewoon hard nodig.”
De Protestantse Kerk is volgens ds. De Jong niet pluraal, in een negatieve, grensoverschrijdende zin. In dit opzicht viel hij dr. De Reuver bij. „De kerk is één in haar verbondenheid met Jezus Christus de Heer. Deze eenheid in grondslag en belijden is in de PKN goed verwoord.”
De PKN is volgens ds. De Jong niet een kerk waar waarheid en leugen vermengd zijn geworden. „Het plurale zit meer in de manier waarop de mensen het kerkzijn en het geloof belijden. Met name liggen daar de problemen. Als het ons niet lukt de bleke protestantse identiteit in de PKN om te vormen, wordt zij een kerk van bleke, nette mensen, maar dan zullen de gemeenten het niet redden. In een duidelijk reformatorische, missionaire kerk is de pluraliteit aan grenzen gebonden. Ik vind de pluraliteit eerder lastig dan verrijkend. Met de kerkorde zit het goed, maar nu nog de gemeenten. De PKN moet een kerk zijn waar het werkelijk om Christus gaat”, aldus ds. De Jong.