Het oude Korinthe was een belangrijke handelsstad. Dat kwam door de strategische ligging, het vasteland is hier met het schiereiland Peleponnesos verbonden.
De apostel Paulus verbleef er anderhalf jaar en er werd een gemeente gevormd. In zijn twee brieven schrijft hij: „het oude is voorbijgegaan (…), het is alles nieuw geworden”. Met die woorden in gedachten zie je nu het tegenovergestelde: er is niet veel meer over van de glorietijd van de stad.
De lokale geschiedenis verduidelijkt soms Paulus’ brieven. Isthmische en Olympische Spelen vormden een belangrijk sportevenement. Teksten over de loopbaan lopen en de prijs behalen refereren aan die tijd.
Zo ook over het eten van afgodenoffers. In de tempel van Apollo werden soms zo veel dieren geofferd dat het vlees dat overbleef goedkoop op de markt verkocht werd.
Veel rest er in Korinthe niet meer wat aan Paulus herinnert. Wel vind je er een Bijbeltekst in steen gebeiteld. Natuurlijk van een latere periode dan die tijdens het verblijf van Paulus. De tekst is te vinden bij een van de belangrijkste monumenten van de opgravingen. Dat is de publieke tribune, oftewel de bèma. Vanaf deze plek spraken de magistraten het volk toe. Hier werd Paulus voorgeleid voor de landvoogd Gallio.
De woorden uit 2 Korinthe 4:17 spreken over het tijdelijke, aardse leven dat voorbijgaat en de heerlijkheid daarna die is weggelegd voor de gelovige. Met die woorden in gedachten kun je anders kijken naar de schamele overblijfselen van het oude Korinthe: het oude gaat voorbij; het nieuwe komt.