Drietal laat pannenkoekenwagen aanrukken tijdens Koersvakantie
Al tien keer zijn Maurits Kempeneers (27) uit Heerjansdam, Jan van der Wal (29) uit Streefkerk en Matthijs Joppe (32) uit Woudenberg als staflid mee geweest met dezelfde Koersvakanties voor jongeren. Medestaflid Geerthilde Wisse (29) uit Aagtekerke werkte voor de negende keer met hen samen en zet ze in het zonnetje.
Koersvakanties zijn vakantiekampen die door de Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten georganiseerd worden voor kinderen en jongeren. Het doel is om hen een fijne vakantie rondom de Bijbel te bieden.
De drie vrienden dragen bij aan een onvergetelijke ervaring voor de veertig kinderen die meegaan. „Ze hebben alle drie hun eigen kwaliteiten”, vertelt Wisse. „Matthijs is enorm creatief en vermaakt de kinderen met zijn grappen. Maurits is zorgzaam, heeft oog voor alle kinderen en houdt het overzicht. En voor Jan is niks te veel. Je kunt altijd een beroep op hem doen.”
De mannen zijn volgens Wisse de sfeermakers van de staf. De kinderen hebben in de gaten dat de staf het onderling naar hun zin heeft. Dat heeft ook zijn weerslag, merkt ze. Er is elk kamp een mysterie waar alleen dit drietal van afweet. Wisse: „Tijdens het kamp in Oirschot in 2017 waren de jongens ingedeeld om het avondeten te maken. Ze liepen rond met linten en afwasborstels. Dat was heel vreemd. Op een gegeven moment kwam er een pannenkoekenwagen het terrein op rijden. Ze halen het onderste uit de kan. Elk jaar bedenken ze iets anders, zoals een bingoverhaal of een zelfgemaakte escaperoom.”
Het drietal schroomt ook niet om de medestafleden in het ootje te nemen tijdens een vakantie, zegt Wisse. „Op een van de kampen werden er bijvoorbeeld telkens auto’s verplaatst naar andere plekken in Haamstede. Je kunt wel raden wie daarachter zaten.”
„We zien elkaar tijdens de voorbereidingen en tijdens het kamp zelf. Ik vind het fijn om met hen samen te werken, omdat we van elkaar weten wat we aan elkaar hebben. We willen allemaal het beste voor de kinderen. Elke keer is het weer een feest om als staf dit kamp te leiden.”