Ontmoetingsdag rond blad Metgezel: „Kracht van John Newton lag in pastorale vertolking van het Evangelie”
John Newton is heel bekend geworden, maar hij was geen groot of oorspronkelijk theoloog, meent dr. P. de Vries. „Zijn kracht lag vooral in het op pastorale wijze vertolken van het Evangelie.”
Dr. De Vries sprak vrijdagmiddag tijdens een ontmoetingsdag rond het blad Metgezel in Barneveld. De bijeenkomst in de Adullamkerk van de gereformeerde gemeente van Barneveld-Zuid was georganiseerd door Stichting Vrienden van The Gospel Standard. Zij voelt zich verbonden met de Engelse Strict Baptistgemeenten die zijn gegroepeerd rond het blad The Gospel Standard. De bijeenkomst ’s middags trok ongeveer tachtig belangstellenden.
Dr. De Vries, emeritus predikant binnen de Hersteld Hervormde Kerk en lector voor de stichting Godsvrucht en wetenschap, sprak over de Engelse predikant John Newton (1725-1807). Hij begon met het bekende door hem gedichte lied ”Amazing Grace”, dat hij bestempelde als „een van de meest gezongen christelijke liederen ter wereld”. De predikant vindt het een mooi gedicht, dat gaat over de verbazingwekkende genade van God voor een zondaar. Tijdens het leven van Newton was het helemaal niet zo bekend. „De bekendheid kwam toen de zwarten het zongen op de plantages. Mede vanwege de melodie is het lied nu wijdverbreid.”
Schipbreuk
Newton was al wel een nationale bekendheid tijdens zijn leven, aldus dr. De Vries, die zei dat dit niet kwam omdat hij een groot of oorspronkelijk theoloog was. „Zijn kracht lag in het op pastorale wijze vertolken van het Evangelie.”
Als voorbeeld daarvan noemde hij de gedichten die Newton schreef, de Olney Hymns, die dicht bij de Schrift blijven. Verder wees hij op zijn vele brieven. Newtons levensverhaal, dat in het Nederlands vertaald is onder de titel ”Genade brengt me thuis”, bestaat uit veertien brieven. „Het sloeg aan. Het is het verhaal van een zeereis en van een liefde, maar vooral van het ingrijpen van God in zijn leven. Newton overleefde de schipbreuk, maar hij leed wel een geestelijke schipbreuk.”
Ook had Newton, aldus dr. De Vries, een goede naam door zijn brieven over geestelijke onderwerpen aan vrienden uit allerlei kringen. Hij stelde dat de Engelse predikant lage kerkmuren kende en noemde als voorbeeld diens geestelijke contacten met een baptistenvoorganger en een vrijzinnige predikant. De laatste kwam door de brieven tot bekering.
Newton, predikant in de Anglicaanse Kerk, maakte makkelijk contact met andersdenkenden. „Met onvriendelijkheid is nog nooit iemand voor Christus gewonnen”, aldus de lector.
Hij memoreerde in het bijzonder de contacten van Newton met William Wilberforce, de leider van de anti-slavernijbeweging in Engeland. Newton was zelf slavenhandelaar geweest. Na zijn bekering bleef hij dat werk aanvankelijk doen, al was hij „humaan” jegens slaven. Later is hij anders over slavernij gaan denken. Wilberforce kwam in contact met Newton en werd sterk door de predikant beïnvloed, die hem aanmoedigde om in het parlement te blijven.
„ Met onvriendelijkheid is nog nooit iemand voor Christus gewonnen” - Dr. P. de Vries, hersteld hervormd emeritus predikant
Aan het eind van zijn leven liet zijn geheugen Newton in de steek. Dr. De Vries: „Hij zei toen dat hij zich nog maar twee dingen herinnerde: dat hij een groot zondaar was en dat Christus een grote Zaligmaker is.”
Tijdens de vragenbespreking zei een aanwezige dat de boeken van Newton tegenwoordig niet meer zo bekend zijn. Dr. De Vries gaf aan dat hij diens brieven het meest waardevol vindt. Een andere bezoeker merkte op dat in een bepaalde gemeente al sinds dertig jaar preken van de Engelse predikant worden gelezen.
Hymns
Vrijdagavond ging dr. M.J. (Matthew) Hyde voor in een Engelstalige dienst. Hij is predikant van de Gospel Standard Strict Baptistgemeente in het Zuid-Engelse Brighton. Deze gemeente verhuist binnenkort naar de Jireh Chapel in Lewes. Vlak bij dat gebouw ligt William Huntington begraven.
De predikant had als uitgangspunt genomen Exodus 21:5,6, waar het gaat over een gewillige dienstknecht. Het volk Israël was niet zo gewillig, aldus ds. Hyde, die de Heere Jezus aanwees als dé gewillige Dienstknecht. Hij verwees daarbij onder andere naar Jesaja 53 en Psalm 40. „Christus is de gewillige Dienaar, de Redder van zondaren. God heeft zondaren lief, niet om iets in hen, maar omdat Hij van hen houdt.”
Tijdens de dienst werd, staande, gezongen uit Gadsby’s hymnbook, de hymns 1127 (”When Zion’s sons”), 527 (”What a divine harmonious sound”) en 683 (”GREAT God! Thy kingdom come”).